Alle talen zijn mij ener potz natz

In het Hawija-debat van 14 mei 2020 werd een motie van wantrouwen ingediend tegen de minister van Defensie (mevrouw Bijleveld-Schouten). Forum voor Democratie maakte duidelijk, deze niet te zullen steunen omdat deze fractie de indruk had “dat we het in de toekomst beter gaan doen. Ik heb daar vertrouwen in”. Er was zicht op het feit “dat er een aantal dingen echt niet goed zijn gegaan” maar daar zou nu lering uit worden getrokken, verwachtte Thierry Baudet in andere bewoordingen.
Daar, zei hij letterlijk volgens de Handelingen, is “in den breedte zicht op”.

Ik kan me niet zomaar een bijeenkomst voorstellen waarbij iemand “in den breedte” zegt, maar in het Nederlandse Parlement gebeurt het. Weliswaar zijn het incidenten, het wórdt nu en dan genotuleerd en dat is bijzonder.
Allereerst laat “in den breedte” zien dat iemand een formele toon aanslaat, misschien is het zelfs pedant. Dat is geen wonder in een bijeenkomst in des lands vergaderzaal en het is ook niet verboden. Het nieuwe Reglement van Orde rept niet van de taal waarin het woord gevoerd mag worden (je zou verwachten het Nederlands, het Fries of enige andere door het parlement in Nederland erkende variant, nee, alle talen zijn voor het RvO één pot nat maar ik ben benieuwd naar de actie vanuit de voorzittersstoel wanneer een Limburgse volksvertegenwoordiger in het erkende Limburgs zou beginnen te spreken).

In den breedte is om een taalhistorische reden een mengvorm en voor wie Duits in zijn/haar pakket gehad heeft moet dit gesneden koek zijn, Kinderspiel! Wij hebben in het Nederlands lange tijd die rijtjes gehad, in hoge mate vergelijkbaar met wat het Duits nog altijd bezit: der/des/dem/den bij mannelijke woorden, die/der/der/die bij vrouwelijke. De functie in de zin bepaalt welk van de vier naamvallen gebruikt wordt en voorzetsels spelen daarbij een belangrijke rol. Leren dus die rijtjes met aus, bei, mit usw.

In hoort bij de lastiger voorzetsels, de naamval hangt van de betekenis af en een spreker moet dus met meer rekening houden dan uitsluitend het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Kijken we naar in den breedte.
Woorden op -e zijn nogal eens vrouwelijk en Van Dale bevestigt dat bij breedte. We zien nu al direct dat het raar is, in den breedte want den staat niet bij de vrouwelijke verbuigingen (die zo lekker simpel waren met die/der/der/die). Wat is er aan de hand?

Er zijn in theorie allerlei verklaringen maar het simpelst is, te wijzen op de versteende uitdrukking “in den brede”. Nu ja, niet zodanig versteend dat deze zelden voorkomt, volgens de ongecorrigeerde Handelingen zelfs enkele tientallen malen in het voorbije kalenderjaar.
Een spreker van het Nederlands die in den brede niet kent of niet begrijpt, die zal dat kunnen corrigeren tot wat er net naast ligt – in den breedte. Fout, maar dr. Baudet was niet de eerste wie/die dat in een plenair debat overkwam. Al in de jaren ‘90 drong het voor het eerst in de Handelingen door in de bijdrage van Wim van Gelder (PvdA): “Uitgaande van het feit dat er eventueel 100 scholen in den breedte zouden kunnen komen en er straks 25 topinstituten overblijven (…).”

Van Gelder kwam uit Het Gooi. Zijn familienaam wijst op een Oostelijke herkomst, maar het zijn in het algemeen vooral sprekers verder van de oostelijke staatsgrens af die hypercorrect “in den breedte” zeggen – ik veronderstelde dat Duits in het pakket hier een rol bij speelt.
In den brede = ‘in der Breite’ of ‘in die Breite’ in het Duits, hangt van de betekenis af.

Hotel Garni In der Breite (Albstadt)

Het Duits van Marten Toonder (hij had wortels in Noord-Groningen) was waarschijnlijk beter dan dat van het gemiddelde lid van de huidige Kamer, helemaal als we de ex-leraar Duits Alexander Kops (PVV) buiten beschouwing laten. Professor Zbygniew Prlwytzkofsky laat al sinds 1947 in de Bommel-verhalen wat overdegrenzig van zich horen, denk dus niet dat zijn naam gebaseerd is op de Amerikaanse politicus Zbygniew Brzeziński. Die maakte pas vanaf de zestiger jaren carrière, de jaren zestig.

Marten Toonder, Heer Bommel en de Unistand (1979)

P.S. Als het gebruik van in den breedte een beetje toeneemt, is te verwachten dat ook in den blindte en in den vreemdte opkomen. Analogievorming.

Aanvulling 19.04.2021: De SGP kent zijn naamvallen. Zaterdag werd daar op een congres gesproken over een motie die uitsprak dat de man “het hoofd der vrouw” is. Der vrouw. Is er ergens een cultuur waar het omgekeerde aangehangen wordt, dan is daar de vrouw “het hoofd des mans”.

Aanvulling 30.09.2021: Op 15 april 2021 zei minister Van Ark (Medische Zorg) volgens de Handelingen (die ik nu pas zie): “Ik heb zelf wekelijks overleg, en als het nodig is vaker, met alle sectoren in de gezondheidszorg in den breedte.” (Naar voorbeelden zoeken in de Handelingen via Overheid.nl is niet mogelijk omdat in den – gelijkgesteld wordt aan in der breedte. ik vind langs andere weg een voorbeeld van  Diederik Samsom (PvdA) op 13 januari 2010, niet veel later ook eentje van staatssecretaris Atsma, Martijn van Dam (PvdA), bij herhaling zelfs Joël Voordewind (CU) en diverse anderen in latere jaren. Er zijn zodanig veel gevallen uit de mond van leden van Kabinet en Kamer, dat het vermelden daarvan weinig zin heeft.)

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.