Onnetje en echie: bij ministeriële beschikking gepromoveerd

Het moment waarop de volkszanger op het station van mijn geboorteplaats uitstapte begon voor hem de zegetocht door het dorp achter het lopende vuurtje aan: Jan Roos! Zo heette hij bij ons, in een groot deel van de provincie was zijn naam Jan de Roos, misschien ook wel de officiële registratie in de gemeente waar hij vandaan kwam, net over de Friese grens. Dat dorp kende ik, een van de huisartsen bij ons was er (leidende figuur in het verzet) ondergedoken, daarheen begeleid door iemand die ik goed gekend heb.
Jan Roos had een wandelstok in de hand, droeg in mijn gedachten een hoge hoed en vooral een lange zwarte jas die volgehangen was met onderscheidingen. Het was wat men later fake zou noemen, zoals zijn hele optreden door zijn buigingen en uithalen misschien iets leek maar niets was. Vooral veel uithalen. Hij oogstte er allicht voldoende mee om in de loop van de middag tevreden (Tot over een jaar of twee!) weerom te gaan naar zijn woonplaats die mij dus allereerst doet denken aan de Tweede Wereldoorlog.

In het Nieuwsblad van het Zuiden van 29 mei 1943 komt een “Nederlandsch student in Duitschland aan het woord” – anoniem, wie weet wie het geschreven heeft. Hij is in een “arbeidslager werkzaam als Sanitäter, belast met de dagelijksche medische verzorging der arbeiders.” De student is heel tevreden. “Het moeilijke is echter om te weten te komen, of ik hier “voor het echie” zit of niet.” Wat een luxe-probleem midden in de oorlog.

Het propagandastukje is de eerste tekst die ik via Delpher vond waarin het woord echie vindbaar is. (Oudste vindplaats is een relatief begrip, ouder dan oudst vindbaar is vast mogelijk.) Na de Tweede Wereldoorlog komt echie voor in sportverslagen. Een vroeg voorbeeld is het schaatsverslag van wedstrijden in Oslo in Het Vaderland van 25 november 1960: Jan Pesman (stayer uit Holwierde) wordt opgeroepen, beter te presteren bij het WK en de Olympische Spelen in Squaw Valley want dan gaat het om het echie. Dat doet onze boerenzoon, in plaats van 15e wordt hij in Amerika derde.*)

Het Vaderland 25 november 1960

Dat echie is typisch een woord uit de wereld van het kinderspel, en wel in de Randstad. Die regionale beperking is zichtbaar aan de jarenlange beperking tot de sportverslagen uit Westelijke kranten. De werkelijke doorbraak naar de sportredacties is aanwijsbaar een feit vanaf plm. 1975.
Geen wonder dat het tot oktober 2000 duurt dat echie in de Tweede Kamer gebruikt wordt. Ad Melkert (PvdA, afkomstig uit Gouda) in een debat over de Staat van de Europese Unie: “Het gaat nu om het echie.”

Dat is wel het moment van de opkomst van het woord – in 2009 is het Alfons Dölle (CDA) die het als eerste als senator gebruikt. Hij was afkomstig uit Gelderland en attendeerde op de gebruikssfeer. De omroep moet aan zijn taken voldoen, “niet alleen op papier, maar ook in het “echie”, zoals voetbaltrainers dat noemen”, zegt Dölle. Ook Jan Marijnissen (SP, Oss) had het aan de overzijde al eens laten vallen.

Minister Plasterk (Den Haag) is de eerste bewindsman met echie in zijn portefeuille en hij kent echie echt! Op 19 december 2012 spreekt hij over zojuist verkregen kennis: “Ik heb 25 jaar onderzoek gedaan, maar kende het verschil tussen een test en een experiment niet. Nu wel: bij een test is het voor het onnetje en bij een experiment is het voor het echie.” Hij herhaalt dat op 24 mei 2016: “Een test is voor het onnetje en een experiment voor het echie.” Twee dagen later volgt uit zijn mond een kleine correctie waarmee de achtergrond van dat onnetje verklaard wordt: “Een test is, zoals we in Den Haag zeiden, voor het onechie en een experiment voor het echie.”
Heeft de Fries Buma (CDA) goed opgelet, gingen zijn kinderen naar school in de omgeving van Den Haag? In hetzelfde jaar stelt de fractievoorzitter apodictisch: “Democratie is geen speeltuin. Democratie gaat om het echie.”

De frequentste echie-zegger van dit moment is minister De Jonge (VWS). In het corona-overleg met de Tweede Kamer van de afgelopen week, 15 april 2021 wist hij in een-en-hetzelfde debat van geen ophouden:
• straks, als je voor het echie aan de slag gaat,
• na het wetsvoorstel kunnen we dat toegangstesten pas voor het echie doen
• als we overgaan naar fase 2, waarin we het voor het echie gaan doen
• dan kunnen we straks ook voor het echie aan de gang

Ik zie in gedachten iemand die zwaait met een wandelstok, allerlei decoraties op zijn zwarte jas en uithalen, véel uithalen.

Jan de Roos (still uit OOG-reportage, fragment)

*) Jan Pesman is in die tijd zo populair dat hij zich met zijn verloofde in dezelfde straat als Jan de Roos hierboven, de Herestraat in Groningen, nauwelijks kan vertonen. Hij gaat dan een winkel binnen en schaft zich er een hoed aan om daardoor minder herkend te worden. (pers. med. aan mij door Pesman, SR)

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.