Cursief was een heerlijk radioprogramma van de KRO, dat op vrijdag- en ook wel op zaterdagavond uitgezonden werd. Dankzij het Luisterboek “Cursief met Hoogtepunten uit het roemruchte KRO-radioprogramma 1967-1975” weet ik de periode. Aan het eind namen ze ook nog een blok in de Van Speykshow met Aad van den Heuvel voor hun rekening, televisie. Op de voorzijde van het luisterboek (een cd verpakt in een langwerpig stukje karton met informatieve tekst) een prachtige foto boven een ouderwets radiotoestel (merk Philetta en dus uit Eindhoven afkomstig) met vijf belangrijke stemmen, Luc Lutz, Frans Halsema, Gerard Cox, Simone Rooskens en Herman van Run.
Na de uitvaart van Toon Weijnen (oud-hoogleraar aan de Nijmeegse universiteit en gewaardeerd kopstuk in de Nederlandse dialectologie) kwam ik in 2008 met Herman van Run aan de praat. Hij was net als Weijnen in de Tweede Wereldoorlog gegijzeld geweest in Haaren. Als ik me goed herinner, vertelde Van Run dat hij nu de laatst levende van de gijzelaars was; ze zullen onderling contact gehouden hebben. Niet lang daarvoor moet hij op zondagochtend bijdragen geleverd hebben aan een radio-programma van een andere omroepvereniging, O.V.T. (VPRO). Hij stuurde me vanuit Overveen een paar cd’tjes met opnamen daarvan.

Op het Luisterboek komt Van Run als aankondigende omroepstem voor, neutraal maar de luisteraar kon zich al in de lach-houding zetten als hij of Netty Rosenfeld (of eenmaal Frits van Turenhout bij de aankondiging van sportverslaggever Dick van Rijn) aan het woord kwam. De omroeper deelde ons bijvoorbeeld mede dat wij thans konden luisteren naar een Uitzending van de Overheid. De aansluitende gamelanklanken brengen ons direct naar een Gebiedsdeel Overzee. De naam van de spreker (vooral gespeeld door Gerard Cox) was al komisch, diens voordracht ook. Zou nu niet meer kunnen, een Surinaams imiterende stem vol krom Nederlands zoals “het is niet alles koek en ei wat er blinkt”, “de verkeersdrukte neemt vel over been toe” of de oud-Surinaamse gezegswijs “wie op de wegen wacht wacht het langst”. Van der Plas schreef de krompraat, Henk Suèr ook.
Zou niet meer kunnen? Maar hoe zit het dan met het namaak-Vlaams dat uitgesproken wordt in die schitterende tekst van Michel van der Plas alias Polleke, de wielrenner die alles en iedereen naar huis reed zolang zijn drogbedrog niet ontdekt was? Het Vlaams is wel namaak maar klinkt tegelijkertijd authentiek. Dat is het grote verschil met de zogenaamd Friese teksten die in deze bloemlezing zijn opgenomen. Wat Luc Lutz van (opnieuw) Michel van der Plas’ bedenksels hoorbaar maakt lijkt in de verte misschien Fries maar is dat in het geheel niet – het is zelfs volkomen abracadabra bij tijd en wijle. (Kort bijvoorbeeld in de tekst over de ANWB Alarmcentrale. Skiet is kennelijk nog niet op Youtube geplaatst.) Hoe authentiek daartegenover is de sketch Deutscher mit Paschen waarbij Gregor Frenkel Frank 100% Duits spreekt en Netty Rosenfeld een fantastische Randstedeling neerzet met een in-de-verte-Duits van Nederlandse grond.
Kan dát nog, zulk Vlaams, zulk Fries uitzenden of zou hierin tegenwoordig veel strenger de hand worden gestoken? Die Uitzending van de Overheid is koloniale humor, taalverkrachting, pseudo-Nederlands uit de mond van een belangrijk figuur die zich vanuit de verte van de zwaarte van zijn taak bewust is en krom spreekt: wie niet van kindsbeen af primair is opgevoed met de overheerserstaal maakt gemakkelijk fouten.
Neen, dan is het met het huidige Nederlands van belangrijke figuren in Nederland zelf heel anders gesteld. Luister in de Tweede Kamer…. (wordt vervolgd)