Denken over gedachtegoed (ii). Van gedachtegoed soms terug naar gedachtengoed

Dit is aflevering ii van wat ongedacht een reeksje van drie stuks zal worden. Gedachtengoed werd dus in de nieuwe spelling van het midden van de jaren ‘90 van de vorige eeuw aangepast tot gedachtegoed.
Voorheen moesten we bij die overgang tussen twee woorddelen nadenken in hoeverre het eerste deel van de samenstelling de gedachte aan een noodzakelijk meevoud opriep én of dat een meervoud op –en betrof. Daarom enerzijds bessensap maar hoededoos daar tegenover: sap van één bes stelt in feite niets voor, normaliter past in een doos daarentegen één en niet meer dan één hoed.

Maar ja, dan is daar nog de groep van woorden zoals groente en gemeente: was het groentenzaak en gemeentennieuws? Enerzijds was dat logisch (in het geval van groente want in die winkel ging het per definitie om iets meervoudigs) maar nieuws van de eigen gemeente betrof uiteraard een enkelvoud. Het akelige was bij deze beide voorbeelden, dat hier het meervoud zich in twee vormen vertoonde, groenten en groentes, gemeenten en gemeentes.
In de nieuwe spelling werd daarom gekozen voor de simpele oplossing: zijn er twee verschillende meervouden bij hetzelfde woord in gebruik, dan kiezen we in een samenstelling altijd de enkelvoudige variant (groentezaak). Is er maar één meervoud op –en gangbaar dan kiezen we daarvoor (linzensoep geeft het Groene Boekje sinds 1995 als voorbeeld, kerkenraad hoort hier uiteraard ook in nieuwe vorm bij).

Nu kunnen we naar gedachtegoed. Vroeger stond gedachtengoed op één lijn met de groentenzaak maar dat raakte in 1995 in strijd met de nieuwe regels: we gebruiken in de praktijk immers twee meervouden, gedachten en gedachtes. Daarom werd het omgespeld naar gedachtegoed net als de groentezaak.
Daar ontstaat nu een probleem. Want groenten of groentes, dat is allemaal één pot nat – het is een meervoud van willekeurig welke groente. Maar wie op een gewone dag (ergens in juni 2021) via LexisNexis kijkt naar het gebruik van gedachtes tegenover gedachten in Nederlandstalige kranten die ziet het volgende (ik neem een eerste handvol gevallen van actuele datum om een impressie van Nederlands uit de praktijk te krijgen):

GEDACHTES

• “Bij non-fictie moet je je aan de feiten houden, terwijl wat je feitelijk achterhaalt allerlei gedachtes stimuleert over wat er nog meer achter daden van mensen kán zitten. Onbewezen gedachtes die je in non-fictie niet mee kan nemen.

• Maar een tv die avond na avond voetbal uitzendt, dat is ook mij iets te veel van het goede. Maar zo denkt mijn partner er niet over. En dus gaan deze zeven gedachtes door mijn hoofd tijdens het EK.

• Ik kan op het podium mijn onrust en gedachtes kwijt.

• Ik had moeite met slapen, je denkt er toch de hele tijd aan. Je bent toch met je gedachtes bij hem.

• Een lieflijk klinkend protest tegen het taboe op het laten zien van je problemen en negatieve gedachtes.

GEDACHTEN

• Hier wordt gedacht. Hier vormen zich gedachten.

• Volgens F. Scott Fitzgerald was het ’tegelijkertijd kunnen vasthouden van twee conflicterende gedachten en toch blijven functioneren’ een teken van ‘eersteklas intelligentie’.

• Wraak, het is een zwarte tor die vaak door mijn gedachten kruipt.

• De gedachten van Thierry Baudet en die van mij liggen nog wel een behoorlijk eind uit elkaar. Ik wil daar eerst met de andere leden van de partij over spreken. [aldus een FvD-partijgenoot, SR]

• De dwangstoornis put haar uit. Dat begint al ’s ochtends, als ze zich probeert op te maken, maar haar gedachten haar proberen tegen te houden.

Toegegeven, uit dit steekproefje blijkt het niet voor 100 procent, maar er is een substantieel onderscheid tussen gedachten en gedachtes: stoornissen, snelle flitsen door je brein, minder serieus dat zijn kenmerken die vooral bij gedachtes gezien worden; bij het meervoud gedachten is het vooral minder emotie en meer intellect, geestelijke activiteit. Gedachten is serieuzer, gedachtes zijn eerder flodders.

Als deze steekproef standhoudt bij een groter onderzoek, moeten we in het geval van gedachtegoed terug naar de oude spelling gedachtengoed. Hetzelfde zou ik willen bepleiten voor gedachtengang, maar anderzijds weer niet voor gedachtespinsels en gedachtekronkels. Verschil mag er zijn. Als Pieter Omtzigt zich op dit punt kritisch over zijn vroegere partij wil schrijven, zou hij het moeten hebben over het CDA-gedachtegoed (want het stelt niks voor), Hans van der Werf moet CDA-gedachtengoed schrijven want het is hem wel een miljoentje waard. Subtiel onderscheid, niet tendentieus, wel gefundeerd.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.