
Lang geleden, 15 oktober 2014 – mevrouw Van Miltenburg was nog Kamervoorzitter daar aan het Binnenhof in een zaal zónder een zichtbare nationale driekleur – was premier Rutte in zijn element. Als het ware met de voeten op het bureau praten over Europa (niet van de dingetjes maar van de dingen zoals hij graag zei, ook toen) en polyglottaal woorden door de tekst strooien als waren het pepernoten uit de hand van iemand die we nu niet zullen noemen – maar het is net als bij de Europese Unie een onderwerp waar het denken van Rutte bleek te kunnen verschuiven.
Luister naar premier Rutte volgens de Handelingen van midden oktober, zeven jaar geleden:
• Ik ken de suggestie van de Kompetenzkatalog, maar ik herhaal dat wij dat al doen. Pratend over subsidiariteit en proportionaliteit bestaan er in alle landen termen waarmee dat wordt uitgewerkt. REFIT, cutting the red tape, de Engelse term en die van de Europese Commissie. Simplification, de Franse vertaling. Kompetenzkatalog is de Duitse invulling ervan. Zo zie je dat dit idee in alle landen resoneert. De Italiaanse term ben ik nu even niet machtig, maar de Italianen hebben er vast ook een mooie term voor. Het betreft allemaal goede ideeën. Daarom is het ook mogelijk gebleken om in de Europese Raad in juni, toen wij spraken over de prioriteiten voor de komende vijf jaar — voor de eerste keer die prioritering aan te geven, voorafgaand aan de voordracht voor de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie bij het Europees Parlement. Het is dus gelukt om dit kernpunt voor Nederland, het Europa van de dingen en niet van de dingetjes, centraal op de agenda te krijgen. De gedachte van de heer Segers vind ik zeer interessant, maar de Kompetenzkatalog zou ook een meer institutionele vertaling kunnen zijn. Ik vind het wel verstandig om het Schritt für Schritt, om bij het Duits te blijven, te doen, stap voor stap. We moeten eerst zorgen voor de politieke verankering. Daarna moeten wij bezien welke institutionele verankering daar het beste bij hoort. Daar zal de Commissie een belangrijke rol in spelen.
Toen noemde de premier zijn bron voor Schritt für Schritt niet, dat deed hij drie jaar later wel en een vertaling gaf hij ook, 2 november 2017:
• Nou zou ik met mijn Duitse collega zeggen: Schritt für Schritt. Zullen we het even stap voor stap doen?
Zoals we vaker kunnen observeren bij mensen die politiek langer met de premier optrekken, zij leren van hem en nemen taal van de premier over. Op 20 februari 2019 maakte minister Hoekstra van Financiën die stelling weer wat aannemelijker terwijl hij tegelijkertijd suggereerde deze kennis uit het Duits te hebben maar door het gebruik van Merkelliaans tevens een knipoog naar Ruttiaans:
• Ik begrijp heel goed de inspiratie van beide sprekers. Maar ik zou het, om het even klassiek Merkelliaans te zeggen, Schritt für Schritt willen doen.
Eerder in deze eerste week van het nieuwe parlementaire jaar haalde Mark Rutte (VVD) zijn bijna vertrokken collega opnieuw aan:
• Hier geldt het adagium van Angela Merkel: Schritt für Schritt; stap voor stap.
Schritt für Schritt, alweer voorzien van een vertaling! Stapje voor stapje. In die ontwikkeling zette premier Rutte afgelopen dinsdag en woensdag nieuwe schreden. In 2014 en later gaf hij ons een lesje vreemde, nu ja moderne schooltalen. Hoe zeggen medemensen iets in het Duits of veel liever nog in het Engels was tot nu toe de aanpak en hij zette die andere talen als het ware tussen aanhalingstekens. Maar nu begint de premier de vreemde talen te incorporeren! Kijk naar dit citaat in de Handelingen van 7 september 2021: “Al die zaken vragen een Handlungsfähige, zoals de Duitsers zeggen, een regering die in staat is tot een vruchtbare samenwerking te komen met deze Tweede Kamer.” Handlungsfähig, vertaal dat maar eens in het Nederlands! Rutte voorzag het bijvoeglijk naamwoord van een buigings-e zoals wij dat doen en incorporeerde dat Duitse woord dus echt in zijn Nederlands, heel anders dan in de gevallen uit dat lange citaat van 2014.
Gisteren ging de premier gevoelsmatig nog verder op diezelfde weg naar het buitenlands: “Er is geen motie aangenomen, maar ik denk dat ik politiek safely kan assumen dat er brede steun in de Kamer is om dat zo niet meer te doen. Dat vind ik een verstandige conclusie.”
Dat ik safely kan assumen is Engels idioom in een Nederlands colbertje gepropt.

Waar doet zulk taalgebruik aan denken? Aan een gevorderde student in een soos-discussie wellicht? Of is het afkomstig van een klassieke gymnasiast die opbiedt tegen zijn mede-reünisten in het te berde brengen van Latijnse of Griekse citaten? Wat maakt het uit, het gaat om de algemene lijn en dat is er eentje van het verlaten van de eigen taal. Step by step.