Als ik een groepje buitenlanders Nederlands zou moeten leren, zou ik aan dat aparte woordje ergens in een paar stappen aandacht besteden. In de eerste ronde was dit het leermoment: denk bij ergens aan iets vaags, net als bij het woordje iets. Bij het geografische ergens kun je heel goed een arm/handbeweging maken om je woorden te onderstrepen, als een volleyballer die de bal lichtjes over het net tilt.
Gesteld dat mijn klasje een eind gevorderd was, dan volgde de tweede, wat moeilijker etappe. Misschien zou ik dan uitleggen dat ik bij complexere zaken in het algemeen graag een ezelsbruggetje bedacht. Wie heeft het nu nog over een fauteuil, vroeger kwam het zeker in dictees veel voor. Dat ingewikkelde woord leerde ik me zelf correct te spellen door te denken aan “foute uil”: die uil moest inderdaad eerst foutief gemaakt worden, dán klopte het:
foute uil > faute uil > fauteuil
Denk bij ergens aan drie verschillende betekenissen, drie manieren van gebruik in het Nederlands die bij enig zoeken in dat woord zélf als hulpmiddel staan aangegeven, eRGeNs.
1) De eerste betekenis van eRgens is RAAR en taalkundig ook enigszins complex.
Ik zoek voor de voorbeelden wat lukraak in de Handelingen van de Tweede Kamer in het kalenderjaar 2020. Ergens komt dit jaar in totaal misschien wel uit op een 1000 gebruiksgevallen in de plenaire zaal, dus we kunnen te kust en te keur gaan. Drie voorbeelden van dat ongewone ergens:
• Mijn vraag gaat ergens anders over.
• En kunnen zorgverleners dan ergens op rekenen?
• (…) als je ergens niet toe in staat bent
Hier zien we duidelijk hoe handig het was om bij ergens aan ‘iets’ te denken: ergens over = over iets; ergens op = op iets; ergens niet toe in staat = tot iets niet in staat.
Dat laatste geval laat tweemaal het rare van dit ergens zien. Ertoe, daartoe, ermee lijken in het Nederlands woordjes die het product zijn van een omdraaiïng én een vormverandering waarbij tot > toe, dat > daar, met > mee.
Er in combinatie met -toe, -daar en -mee komt neer op het, dat of iets als we de volgorde omdraaien (dus daartoe = tot dat enz.)
Het vreemdste eraan (aan het) is dat tot en met voorzetsels genoemd worden als woordsoort, maar dat ze in die aparte vorm dus achteraan komen: met dat bevat inderdaad letterlijk een voor-zetsel, –mee in daarmee is een achter-zetsel.
Ergens in de drie voorbeelden heeft telkens een voorzetsel op de bagagedrager bij zich: ergens over, ergens op, ergens toe. De betekenis is inderdaad ‘iets’ in combinatie met een voorzetsel ervóor:
ergens anders over ‘over iets anders’
ergens op rekenen ‘rekenen op iets, op iets rekenen’
ergens toe in staat ‘tot iets in staat’
Tot zover eRgens. Over naar erGens, met een bruggetje naar een woord met G aan het begin.
2) Betekenis 2 is niet ingewikkeld of vreemd maar juist GEWOON of GROFWEG.
Hier is de wereld simpeler. Denk bij dit ergens aan ‘iets-onbestemds-binnen-een-zekere-ruimte-of-tijd’:
Ergens in China (op een zekere plaats in dat grote land)
Ergens in dit kwartaal (op een niet nader genoemd moment)
Simpel: dit erGens is gewoonweg of grofweg ‘iets wat niet nader gespecificeerd is’ in de ruimte, plaats of tijd. Ook bij het temporele ergens kun je makkelijk een beetje gesticuleren ter onderstreping.
3) De derde manier waarop we met ergens omgaan is die van de NUANCE, uitgedrukt in ergeNs. Hier bevindt Van Dale zich op een wat vreemd spoor door het net als bij de eerste twee betekenissen een bijwoord van plaats te noemen. Dit ergens is een modaal bijwoord, het nuanceert een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord en drukt daarmee een oordeel uit van de spreker. Het wekt een wat aarzelende, onzekere of toegevende indruk

Het gebruik van dit ergens (onder nr. 3 in Van Dale) bestaat nog niet lang in het Nederlands, ik veronderstel dat het in de jaren ‘70 van de vorige eeuw is opgekomen. (Zie ook het postscriptum onderaan.) Zoek nuances in de ene groep blauwe stoeltjes van de Kamer minder dan in andere! PVV’ers zullen dit ergens weinig gebruiken; meer naar het middendeel van de Tweede Kamer verwacht je het gebruik vaker. D66’ers doken vooral op in de steekproef die ik nam, plus Jesse Klaver (GroenLinks):
• Het is ergens deprimerend om elke week weer hetzelfde antwoord te horen (…) (Rob Jetten, D66)
• ik vind het ergens ook ongemakkelijk (Jesse Klaver, GroenLinks)
• ik kan me ergens wel voorstellen dat de premier aan hem dacht (Rob Jetten, D66)
• dan moeten we ergens wel weten wat de leidende waarden zijn (Gert Jan Segers, CU)
• Ik heb ergens wel sympathie voor wat de heer Stoffer hier inbrengt. (Matthijs Sienot, D66)
Afrondend. De eerdere betekenissen van ergens waren te omschrijven als ‘wat/waar dan ook’, bijvoorbeeld hoorbaar in de combinatie ergens anders. Dit derde gebruik is te parafraseren als ‘op de een of andere manier’. Het nuancerende ergens vinden we vooral direct gevolgd door wel.
Wie ervaren spreker van het Nederlands is, zal het ene ergens met een ander gebaar onderstrepen dan het andere: “ergens in China” krijgt een andere, royalere begeleiding met arm en hand dan het bescheidenheid tonende “ergens wel”. Dat zou ik de buitenlanders in een derde etappe proberen duidelijk te maken.
P.S. 1: P. Jongeling zal het onderwerp zijn van enkele afleveringen in dit blog. Het begint met het boekje Jongeling ten voeten uit van Rik Valkenburg (Wageningen, 1971). Niet steeds is daar duidelijk wanneer Jongeling aan het woord is, wanneer de samensteller. Maar als er op p. 21 van de bezettende Duitsende soldaten tijdens WO II staat: “ergens waren het soms ook nog sentimentele gasten”, dan weten we aan het gebruik van juist dit ergens dat het een jongere spreker moet zijn en Jongeling zeker niet. Dat wordt versterkt door het gebruik van gasten in deze betekenis – nou typisch niet iets voor een GPV’er als Jongeling lijkt me.
P.S. 2: Ergens wordt kennelijk graag gebruikt in een titel van een boek, ja zelfs als enige woord:

Mooie en duidelijke uitleg!
Vriendelijke groet,