Laat in het kalenderjaar 1968 zegt het KVP-kamerlid Nico van den Heuvel bij de behandeling van de Begroting van Economische Zaken over een nota dat daarin “best wel revolutionaire suggesties in mogen doorklinken, in overeenstemming met wat de omstandigheden vragen”. Als ik het goed zie, is dit de eerste keer dat een spreker in de Handelingen vermeld staat met het gebruik van dat wat toegevende “best wel”.*) Het ging hier eerder een keertje over.
Hoe succesvol is deze manier van zeggen tegenwoordig, een halve eeuw later? Best wel! Begin november is het in de nieuwe Kamer (gerekend vanaf eind maart) al rond de 250 maal in de Handelingen vindbaar en dat is eenvoudigweg het doortrekken van een simpele lijn uit het verleden.
In het tijdvak 2000-2009 komt best wel 2x per miljoen woorden voor, in de periode van 2010-2019 is dat gestegen naar 15x per miljoen woorden. Het merendeel van de groei moet wel in de latere jaren vindbaar zijn, getuige de uitkomst van de rekensom over de laatste twee jaren. Sinds begin 2020 vinden we best wel 44x per miljoen woorden: dat wat in de jaren ‘70 nog ongebruikelijk Nederlands moet zijn geweest, is nu bijna een verplichting voor iemand die eigentijds wil spreken. Geïnspireerd op coronacijfers is dat hier eerder incidentie genoemd.
Is het een groot verschil als we 2000-2009 tegenover 2010-2019 zetten en achtereenvolgens een incidentie van 2 tegenover 15 per miljoen zien? Me dunkt. Maar kennelijk is dit “best wel” nieuwer, onlangs geïntroduceerd Nederlands en dan oogt een groei misschien al snel spectaculair omdat het uit het niets komt.
Het woord eerlijk (en langere varianten daarvan) is zeker geen voorbeeld van moderne taal, maar afgaande op de incidentie in dezelfde tijdvakken moeten we bepaald tot een toenemende gebruiksfrequentie aan het Binnenhof concluderen: in het tijdvak 2000-2009 tel ik eerlijk 158x per miljoen woorden, in de volgende tien jaar is het gestegen tot 237x per miljoen. En in de afgelopen twee jaar zette de groei door naar een incidentie van 314x per miljoen. Eerlijk is een belangrijker en belangrijker wordende onderstreper in het Binnenhofs, vergelijk wat hier eerder stond over echt en echt oprecht – woorden die het Nederlands in de politiek nodiger en nodiger blijkt te hebben.
Groei zien we ook bij ingewikkeld: van 73 (2000-2009) naar 114 (2010-2019) naar 165 per miljoen woorden gerekend over de voorbije twee kalenderjaren. Is de politiek-bestuurlijke wereld zó gecompliceerd geworden in de laatste kwarteeuw? Hier biedt zich een andere verklaring aan, het toenemende gebruik van ingewikkeld in een andere betekenis getuige voorbeelden uit 2021:
• Ook de gedachte om dat debat te voeren met de minister van Binnenlandse Zaken, die vanwege een heel andere verantwoordelijkheid daar naar mijn gevoel niet bij zou horen, vond ik uiterst ingewikkeld. (premier Rutte)
• Voorzitter, dan moeten we schorsen, want ik moet daarvoor een bron prijsgeven en dat vind ik ingewikkeld. (Mark Rutte, VVD)
• Eenduidigheid vind ik echt een ingewikkelde. (minister Koolmees)
• Ik vind de als-danredenering ingewikkeld, ook al omdat de NOW ook staatssteun is. (minister Hoekstra)
• De motie laat inderdaad volop ruimte voor interpretatie, dus dat wordt echt ingewikkeld. (minister Schouten)
Het is geen wonder dat dit ingewikkeld vooral door leden van het kabinet gebruikt wordt: ingewikkeld is een vriendelijker, eufemistische manier van ontraden, nee zeggen, niet willen e.d. Die betekenisontwikkeling kan de toeneming van de gebruiksfrequentie verklaren, het klinkt diplomatieker.
Ernstig oogt als een wat gedateerd woord in het Nederlands: kijk naar de voorkomens in DBNL-gram en zie de regelmatige afkalving gerekend vanaf 1900 na een eerdere groei vanaf 1800.

Datzelfde zien we in de Kamertaal, zelfs als we ons beperken tot de jaren vanaf 2000: 142 per miljoen naar 119 per miljoen woorden achtereenvolgens in 2000-2009 en 2010-2019. Maar zorgt corona misschien voor een voorzichtige trendbreuk? In 2021 komt ernstig(….) tot dusver (begin november) 120 maal per miljoen gebruikte woorden voor.
We zien daarbij gesproken worden van het ernstige virus, ernstige complicaties (pericarditis of myocarditis), iets ernstigs krijgen als gevolg van corona, “mensen blootstellen aan een risico waar ze best ook wel (! S.R.) ernstige schade van kunnen ondervinden” e.v.a. Vergelijken we ernstig met serieus over dezelfde periode vanaf 2000, dan zien we dat beeld van grote afneming niet en de verklaring zou dus allereerst in het woord zélf gezocht kunnen worden. Bovendien ondervindt serieus steun vanuit het Engels, ernstig niet.
Na coronadebatten van de afgelopen periode is het niet onlogisch te kijken naar de frequentie van het woord leugen (en langere varianten daarvan), een begrip waar Forum voor Democratie het meest mee schermt. In de periode 2000-2009 kwam dat woord 4x per miljoen woorden in de Handelingen voor, in de periode 2010-2019 was dat 8x per miljoen woorden. Tot en met eergisteren (16.11.2021) bevatten de plenaire verslagen van de Tweede Kamer in het kalenderjaar 2021 24x per miljoen woorden de term leugen. Eerlijk: best wel veel die verdrievoudiging. Ingewikkeld. Ernstig.
*) Hieronder zullen dus ook voorbeelden vindbaar zijn als “dus ik wil mijn best wel doen”, maar dat zijn er niet veel.