Zich het snot voor de ogen werken is niet voor iedereen de favoriete uitdrukking (zoals Sylvana Simons van Bij1 op 14.07.2021 al zei), maar het is wel een bijzondere. Uniek is het als type niet. AD/Groene Hart tekende bijvoorbeeld al op 17 mei 2001 op uit de mond van een verpleegkundige: “Mijn collega’s van het lab werken zich vandaag kleurenblind om iedereen te kunnen helpen” en zo kunnen we beide idiomatische uitdrukkingen als het ware over elkaar leggen en zien dan drie basiselementen, ABC:
zich – het snot voor de ogen – werken
zich – kleurenblind – werken
Aan het begin hebben we verplicht het wederkerend voornaamwoord zich (A), aan het eind is er steeds een werkwoord (C) en als tussenelement–B zien we iets lichamelijks, een fysieke ongesteldheid zoals een ziekte. Denk aan de pleuris (werkte Anouk zich de -, De Gelderlander 31.12.2020), een geslachtsziekte (zich een – hoereren, Elsevier Weekblad 03.03.2001), de pokken (Willem Breuker lachte zich de – BN/De Stem 10.12.2003), de pestpokken (een argeloze wandelaar schrikt zich de – , De Limburger 07.11.2020). Maar het kan evenzeer een kleiner element zijn (zich suf praten, zich lam schrikken) als een eerder komisch bedoeld element als de blubber (zich de – trainen), een versuffing (zich een – blowen). Kortom B manifesteert zich naast het ook ongemakkelijke het snot voor de ogen onder meer als:
de pleuris, een geslachtsziekte, de pokken, de pestpokken, suf, lam, de blubber, een versuffing
Bijzonder: het snot voor de ogen is een zeldzaam reëel geval in deze constructies, althans aanvankelijk. Dat het daarna in vreemde contexten buiten wielrennen en schaatsen gebruikt is zoals het snot voor de ogen in de zórg (!), lijkt dan logisch en meer sporend met dit soort taal.
Het werkwoord C betreft wel eens iets niet of moeilijk onderdrukbaars zoals lachen, schrikken of vervelen maar meestal is het een handelingswerkwoord dat de veroorzaker is van element B. Vaak zijn het werkwoorden die juist geen lijdend voorwerp bij zich krijgen maar hier dus op een aparte manier wél. Het onderwerp van dat werkwoord doet het zichzelf aan en dat is een interessant dubbel-aspect van A: zich is bij wijze van spreken onderwerp en meewerkend voorwerp tegelijkertijd; zich is dader én slachtoffer, een zelfkastijder, een automutilant.*)
Hoe herkenbaar de constructie ook is en hoe retorisch misschien, veel vinden we het type niet in de Handelingen van de Tweede Kamer. Een voorbeeld met pleuris, pestpleuris, pestpokken of blubber vond ik in het huidige kalenderjaar bijvoorbeeld niet, andere alleen incidenteel:
• MP Rutte: Dit kabinet hervormt zich een ongeluk.
• Tony van Dijck (PVV): De Europese Commissie leent zich suf op de kapitaalmarkt (….)
• Farid Azarkan (DENK): dat mevrouw Palmen, toen zij in de machinekamer van de toeslagen stapte, zich rot geschrokken is (…..)
Maar succesvol is wél een slag in de rondte met deze vijf (misschien toevallig vrouwelijke) gebruikers:
• Sofie Hermans VVD: In datzelfde ziekenhuis werken zorgmedewerkers zich opnieuw een slag in de rondte.
• Sylvana Simons Bij1: Maar dat zijn dezelfde mensen die zich helemaal een slag in de rondte werken en niet kunnen overleven.
• Caroline van der Plas BBB: zich een slag in de rondte lachend omdat ze haar vrijheid terug heeft;
• Mirjam Bikker CU: Verzorgenden en verpleegkundigen in ziekenhuis, verpleeghuis en gehandicaptenzorg blijven zich een slag in de rondte werken.
• Joba van den Berg CDA: (…) hoewel de mensen in de zorg zich een slag in de rondte werken
Plus dus zich het snot voor de ogen werken dat momenteel het meest gekozen geval van deze zelfkastijdingsconstructies zal zijn in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Ook dat is dit jaar taal door Rutte en vrouwelijke sprekers.
Zich is dus verplicht in dit soort Nederlands, ook als de minister-president dat wel eens vergeet (“Daar wordt echt het snot voor de ogen gewerkt”) en het wel erg ongebruikelijk combineert met men (“dankzij het feit dat men zich het snot voor de ogen werkt in de zorg”) – daarmee wellicht suggererend dat hij nog bezig is aan deze taal te wennen maar alvast wel in de plenaire zaal gebruikt. Kijk ook naar dit citaat van Mark Rutte de fractievoorzitter: “Het is de taak van een kabinet, en zeker ook van een minister-president, om het snot voor de ogen te werken.” (12.05.2021)
Aldus de fractievoorzitter van de VVD die tegelijkertijd demissionair minister-president was en zichzelf dus aansprak.
Rutte had eerder ook in de verkiezingstijd van maart 2021 de uitdrukking op zichzelf betrokken, zo viel allerlei journalisten op:
• “Als ik Rutte hoor zeggen dat hij zich het snot voor de ogen werkt, dan denk ik: schitterend, die moet ik onthouden!” (Barbara Rijlaarsdam in de NRC 13.03.2021)
• “Tegen een gedupeerde zei hij tijdens een verkiezingsdebat dat hij zich het ‘snot voor de ogen’ werkte om de problemen op te lossen.” (Thomas Verbogt in Trouw 07.04.2021)
Zo koppelen wij zich het snot voor ogen werken niet enkel meer aan anderen die wij om hun inzet bewonderen, dus aan topsporters of de werkers in de zorg, maar allereerst aan Mark Rutte. En een beetje aan Gert-Jan Segers die er aan het Binnenhof mee begon en het betrok op zijn eigen, kleine maar zeer hard werkende ChristenUnie-fractie.
*) Voor wie houdt van grammaticale termen: bij die constructie zich het snot voor de ogen werken lijkt me sprake van een predicatieve objectsbepaling. Voorbeeld uit het leerboek: Hij verft de deur groen. Gaat het om schrikken dan is het eerder een predicatieve subjectsbepaling (het leerboekvoorbeeld: Het bord viel stuk). Voor wie Grieks gehad heeft, denk bij het werkwoord aan het medium als tussenvorm van actief en passief. En classici: zich oogt als een dativus incommodi of commodi.
Aanvulling 29.11.2021: Ik zie nu dat minister Dekker voor Rechtsbescherming de afgelopen week bij de begrotingsbehandeling ook eenmaal sprak van zich een slag in de rondte werken en wel door de sociale advocaten. Direct aansluitend zei hij overigens dat niemand zo hard werkt als rechters, daarmee afbreuk doend aan de intensiteit van die juist gebruikte uitdrukking.