Minister Grapperhaus in het begrotingsdebat: aan de slag en erop inzetten, echt, laat dat duidelijk zijn (ii)

In dat kleine debatje met Olaf Ephraim van de Groep Van Haga (schrijf Ephraim zonder trema maar zeg “Ephra-iem”) hoorden we minister Grapperhaus een van zijn favoriete uitingen bezigen die hij vaker gebruikte:
• (Gisteren hoorde ik heel even een debatje over de hoeveelheid pillen die je op een festival zou moeten kunnen meenemen. Nul wat mij betreft.) Laat dat duidelijk zijn.
• (… we trekken een hele scherpe lijn ten opzichte van harddrugs;) laat dat heel duidelijk zijn.
• (U noemde een paar termen die uit de straattaal komen en die uit mijn mond niet geloofwaardig overkomen.) Laat dat heel duidelijk zijn.
• (Uiteindelijk is dat een verantwoordelijkheid die ik draag,) laat dat duidelijk zijn.

Hier klinkt taal die Grapperhaus langs andere weg ook laat horen: hij slaat op de lessenaar. Niet luid, wél hoorbaar.

De bewindsman onderstreept niet alleen wat hij zegt, hij pept zichzelf ook geregeld op via die hulpwerkwoordelijke constructie via laat ik:
• (Ik heb al iets gezegd over dat equilibrium tussen jong en oud) laat ik maar zeggen
Laat ik ten derde dan maar eerlijk zeggen: (ik zit dus elke paar maanden aan tafel met de politiebonden)
• En mevrouw Bikker hoeft mij echt niet — laat ik zeggen — aan te moedigen.
Laat ik dat heel … Hoe noem je dat … Hoe noemt u dat ook alweer, voorzitter? (De voorzitter: Eloquent.) … recht op het Kamerlid af zeggen. Ik wilde eigenlijk zeggen “recht vooruit”; letterlijk vertaald van “straightforward”.

Laat ik en zeker laat ik zeggen uit de mond van Grapperhaus kwam nog vele malen langs, en vaker dan de stenografen noteerden. Zo oogt een verslag via de Handelingen ietsje eh eloquenter dan het in het echt klonk. Waarschijnlijk heeft dat “laat ik zeggen” aanvankelijk functie gehad in Grapperhaus’ taal. Niet zelden horen we het de minister zeggen in de buurt van meer of minder bijzondere termen zoals dus equilibrium en straightforward maar ook andere woorden die als het ware tussen aanhalingstekens gehoord moeten worden: “kraken”, “dictatoriaal”, een wetsvoorstel via het regeerakkoord “als opdracht”, of (wat komischer bedoeld, een understatement) dat de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad van State “op sommige punten ietwat verschillend adviseerden”.

Wordt een minister aangesteld? Typisch een vraag die een jurist zou kunnen beantwoorden. Grapperhaus betitelde zijn komst wel zo: “Ik vind het een heel belangrijk wetsvoorstel, niet alleen omdat net toen ik aangesteld was, MeToo volop speelde. Ik heb toen inderdaad gezegd, me er een beetje in verdiepend: we hebben echt een modernisering van onze wetgeving op dit gebied van seksuele misdrijven nodig.” En daar horen we opnieuw iemand in Den Haag die niet iets gewóon kan beweren maar het nodig vindt om z’n eigen woorden kracht bij te zetten: [echt] geweld is echt nooit het antwoord; Als we dit gaan onderzoeken en evalueren, we ook echt dat onderzoek zijn werk moeten laten doen; Dus hier is echt iets grondig mis; Dat is echt een heel groot compliment waard; Ik ben echt zeer gelukkig dat we door de motie-Hermans 200 miljoen extra kunnen investeren …. en vele malen meer.

Grapperhaus begon er al mee in zijn inleidende, voorbereide tekst waarop hij liever niet bij geïnterumpeerd wilde worden. Dat was een bijzonder deel van zijn bijdrage, echt. Volgende aflevering.

Grapperhaus tijdens Begrotingsdebat

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.