De geachte afgevaardigde: eerst uit een district, later van een partij (ii)

Voor het jaar 2021 is het lijstje met de gevallen van het gebruik van de uitdrukking geachte afgevaardigde(n) in de Tweede Kamer langer en een tikkeltje gevarieerder in vergelijking met het kalenderjaar 2020. Het is sowieso een bijzonder overzicht:
• Renske Leijten (SP): Ik had graag gehoord dat de geachte afgevaardigde van de PVV zou zeggen (…)
• Thierry Baudet (FvD): Ik meen in het betoog van de geachte afgevaardigde van de VVD toch te horen dat hij (…)
• Dion Graus (PVV): ik geef het stokje door aan de geachte afgevaardigde van de BoerBurgerBeweging (…)
• Tunahan Kuzu (DENK): Verder sluit ik me aan bij de woorden die geachte afgevaardigde Eickhout daarover heeft gesproken.
• Minister Slob: Er is door een aantal van de geachte afgevaardigden ook naar gevraagd (…)
• id: Een aantal van de geachte afgevaardigden hebben ook gewezen op een recent rapport, (…)
• id: Volgens mij stelde de geachte afgevaardigde van Volt mij daarover een vraag.
• Martin Bosma (PVV): Ik beluisterde zojuist met belangstelling de bijdrage van de geachte afgevaardigde Van der Plas en daarvoor die van de geachte afgevaardigde Ellian. Wij zijn geachte afgevaardigden en waarom zijn wij dat? Dat is afkomstig uit de tijd van het districtenstelsel. De heer Ellian zou hier de geachte afgevaardigde voor Almere zijn geweest. Hendrik Colijn was ooit de geachte afgevaardigde voor Sneek. Ikzelf zou nooit de geachte afgevaardigde voor Amsterdam zijn geworden, aangezien mijn woonplaats inmiddels volledig is geyuppificeerd.
• Tony van Dijck (PVV): Mag ik de geachte afgevaardigden er even aan herinneren dat (…)
• Léon de Jong (PVV): De geachte afgevaardigde geeft aan dat het nooit haar droom is geweest (…)
• id: De geachte afgevaardigde is van de VVD.
• id: Volgens mij heeft de geachte afgevaardigde Pieter Omtzigt heel goed gehoord wat ik zei, (…)
• Dion Graus: Ook deze motie is dus meeondertekend door de geachte afgevaardigde Van Haga.

Eenmaal zegt er iemand van de SP “de geachte afgevaardigde” maar Renske Leijten doet dat allicht niet toevallig in de richting van de PVV, bij deze manier van verwijzen is dat juist de parlementaire groothandelaar. Daarnaast horen we het dus ook eenmaal gezegd worden door een vertegenwoordiger van Forum voor Democratie en eenmaal iemand van DENK. De laatste vergeet daarbij het lidwoord, afgaande op de ongecorrigeerde Handelingen. Minister Slob is in 2021 het enige kabinetslid dat zich van de “geachte afgevaardigde(n)” bediende – was hij met al zijn parlementaire ervaring toen al een beetje afscheid aan het nemen van het Binnenhof en B67?

Het overzichtje van het kalenderjaar 2021 moet nog met één citraat worden aangevuld. Léon de Jong zei volgens de Handelingen: “De geachte afgevaardigde heeft er vooral zin in om die pensioendebatten te doen.” Daar verwijst De Jong zo te zien…. naar de geachte afgevaardigde Léon de Jong zelf! Dat is een nieuwe aanpak en het is niet het enige voorbeeld van veranderingen rond de aanduiding geachte afgevaardigde. Ook Martin Bosma verwees op deze manier naar zichzelf maar in zijn geval ook als onderdeel van de verzameling collega’s: “Wij zijn geachte afgevaardigden.” Voor de PVV blijkt geachte afgevaardigde een inclusieve aanduiding, we horen erbij.

Aanvankelijk – Martin Bosma haalde het aan en het staat ook in Dat gezegd hebbend – was een afgevaardigde iemand die in het vroegere kiesstelsel de meeste stemmen in een district had behaald. Die winnaar werd gestuurd = afgevaardigd naar Den Haag. Begrijpelijk is het dus (maar bij het lezen van oudere Handelingen wellicht wel eens lastig) dat sprekers zonder naam impliciet aangeduid werden als “de geachte afgevaardigde uit + plaatsnaam”. Daarbij kon gevarieerd worden door bijvoorbeeld te spreken van “de geachte afgevaardigde uit de hoofdstad” in plaats van Amsterdam of “de residentie” in plaats van ‘s-Gravenhage. Het geografische gegeven kon daarbij betekenisvol in de strijd geworpen worden als een geachte afgevaardigde uit (noem ‘es iets) Gouda nu net over een Goudse kwestie het woord voerde.

Uit een steekproef (in 1910) blijkt dat het meest gezegd (althans genotuleerd) werd de geachte afgevaardigde uit daar en daar, maar ook geregeld gewoon de geachte afgevaardigde zonder meer. De toevoeging (achter de geachte afgevaardigde) de heer zus en zo gebeurde incidenteel. Die topo-toevoeging “uit X” verviel toen het districtenstelsel verlaten werd in 1918 en (een andere steekproef, nu van 1920) vanaf nú werd zeer geregeld de(n) heer + familienaam toegevoegd. Kennelijk was een nadere precisering zó gewoon dat dit als een logische reactie te zien is op de verdwijning van de geografische aanduiding. De geachte afgevaardigde bleef lange jaren gehandhaafd – het klónk althans als een combinatie van respect (geacht) en een neutrale aanduiding (afgevaardigde).

Bezuidenhoutseweg 67 (SR)

 

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Eén reactie op De geachte afgevaardigde: eerst uit een district, later van een partij (ii)

  1. Martins=us schreef:

    Het woord afgevaardige is wel interessant. Het laat zien, in mijn ogen dat het een ‘maritieme’ term is. Het woord afgevaardigde herbergt het woor vaar of varen in zich. Het is blijkbaar iemand die door varen ergens naar een vergaderplek toekwam. Het voorvoegsel af, daar ben ik nog even mee aan het stoeien. dat heeft iets met het Scandinavische av te maken en mogelijk ook met het woordje van.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.