Net zoals bij ons Bruno Bruins als verantwoordelijk minister voor Covid-19 al spoedig in 2020 bezweek, gold dat in Oostenrijk voor zijn Grünen-collega. Daar in Tirol lag voor West-Europa net als in Noord-Italië de haard van de pandemie, in een wintersportregio meer in het bijzonder in Ischgl (wat niet dezelfde plaats is als Ischl).
Oostenrijk leek zich desondanks en na die eerste dreun aanvankelijk zeer goed door de corona-crisis hen te slaan. Daarbij manifesteerde kanselier Sebastian Kurz zich even nadrukkelijk als manager, zoals bij ons premier Rutte. Kurz prees zich alleen ook zelf voor zijn beleid én verklaarde de pandemie net even te snel voor achter de rug.
Een concreet voorbeeld van de rol van taal in de bestrijding van de pandemie was bij ons de “anderhalvemetersamenleving”, in Oostenrijk wellicht meer poëtisch: Babyelefant. Dat was de afstand die mensen tot elkaar moesten aanhouden om de kans op besmetting te verkleinen. Maar het woord Babyelefant en Babyelefanten-Abstand werd geen succes. De voortreffelijke Weense correspondente van de Süddeutsche Zeitung Cathrin Kahlweit (die ook allerlei andere landen in Oost-Europa onder haar hoede heeft, Hongarije voorop) schreef een zeer kritisch stuk over de pijnlijke manier waarop de kanselier en zijn Vize een zoet tafereeltje probeerden te maken van een kind dat als olifantje verkleed mensen van elkaar wegduwend op een correcte afstand van elkaar probeert te houden. (SZ 20.12.2020)
