Hoe zullen we ze noemen, die opmerkingen tussen haakjes in de Handelingen van de Tweede Kamer, regie-aanwijzingen? Mocht iemand zo’n plenair verslag willen (laten) naspelen, dan weten de mede-spelers bijvoorbeeld waar ze instemming moeten betuigen (“geroffel op de bankjes”). Dat moet heel vriendelijk klinken, wanneer er instemming betuigd wordt met wat de voorzitter zegt tegen een vertrekkende collega. Als fractiegenoten of zelfs een hoek van de Kamer bijval toont met een spreker, dan kan dat eerder gehoord worden als een aanval op anders denkenden.
Emoties van een spreker blijken uit “….”. Staat dat genoteerd, dan kan een acteur zien dat hij of zij het daar emotioneel moeilijk heeft en moet slikken, een traan wegpinken mag ook. [Zie het optreden van minister Grapperhaus.] Ooit zal er iemand promoveren op een minutieus onderzoek naar wat er zich in de vergaderzaal afspeelde en wat daarvan op deze manier in de verslagen is terecht gekomen.
Zo zijn daar ook de momenten die gemarkeerd worden met “Hilariteit”. Lol hoort bij de duidelijk wisselende ingrediënten van de Tweede Kamer. Waarschijnlijk heeft de stenograaf van dienst zelf de keuze om dat soort observaties wel of niet vast te leggen. In het kalenderjaar 2021 is het maar 24 keer geregistreerd en dat jaar is zuur-zuinig in vergelijking met 2020 (70x) of 2019 (93x). Ook de jaren ervoor tel ik een aantal in die grootte-orde.
In 2022 was er tot februari nog maar 1x voldoende luid gelachen voor een registratie in het plenaire verslag. Minister Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) droeg aan de sfeer bij door op 20 januari laat op de avond bij haar eerste Coronadebat Wybren van Haga (Groep Van Haga, maar zelf zegt hij in de plenaire zaal veelal namens een andere groepering te spreken) alvast geluk te wensen: “Alvast van harte gefeliciteerd. Ik hoor net van de premier dat de heer Van Haga over een uur jarig is.” Het kamerhoorspel gaat als volgt verder:
“De voorzitter:
Ja, over een uur!
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Ja, daarom ook “alvast”.
De voorzitter:
Dat wisten we allemaal!
Minister Yeşilgöz-Zegerius:
Wellicht zong mevrouw Kuiken daarom. Ik weet het ook niet meer. Maar ik heb hierbij al mijn vragen beantwoord.
De voorzitter:
Meneer Van Haga, namens al uw collega’s: alvast gefeliciteerd!
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dit gebeurt ieder jaar. Ieder jaar bedank ik de premier van harte voor het feliciteren voor mijn verjaardag, maar ik ben op de 31ste jarig en niet op de 21ste.
(Hilariteit)
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Die fout wordt ieder jaar gemaakt, volgens mij al een jaar of vijf lang. Maar alvast bedankt. Ik hoop op de 31ste ook iets van u te horen.
De voorzitter:
Daar komt de heer Ephraim ook aan. Die gaat een persoonlijk feit maken.
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Om mijn collega even aan te vullen: hij houdt erg van goede wijn. Condrieu, wit: prima. U weet nu allemaal de datum, hè?”
Kortom, de verjaarsdatum van het lid Van Haga werd dubbel te vroeg onderwerp van gesprek in ‘s lands Vergaderzaal: de premier greep via de minister van Justitie alvast vooruit naar de 21ste januari, maar betrokkene corrigeerde dat tot 31.
Gisteren, de eerste februari 2022, werd er opnieuw genotuleerd gelachen. Wie naar het Vragenuur keek, kan net als ik verrast geweest zijn. Het ging over de duurte van het tanken en daar kwam ook Folkert Idsinga (VVD) een aanvullende vraag over stellen.

“De heer Idsinga (VVD):
Mensen schrikken zich kapot als ze pompen …
(Hilariteit)
De heer Idsinga (VVD):
Ik bedoelde: als ze tanken aan de pomp. Voor een heel groot deel komt dat door belastingen; dat is al gezegd. Ik zoom even in op de accijns. De accijns is een vast bedrag en wordt ieder jaar geïndexeerd en verhoogd. Zelfs als de olieprijs daalt, gaat de accijns omhoog. Lopen we daarmee niet veel te veel uit de pas met onze buurlanden?”
Nu ja, “ik bedoelde” zei de Friese VVD-woordvoerder niet maar hij corrigeerde zich wel terstond…. en tóen werd er gelachen.
Het Friese woordenboek bevat de humoristische verspreking van Idsinga niet, zelfs niet onder kloatsjenaaie. Ik moet bekennen dat ik Van Dale nodig had om de bliksemsnelle zelfcorrectie van Idsinga en het aansluitende, daverende gelach van de mede-leden te begrijpen. Wát een lexicografische kennis zit daar verzameld in de Tweede Kamer.
Staatssecretaris Van Rij – hij lijkt een kleinzoon van I.A. van Diepenhorst – verblikte noch verbloosde en herhaalde droogjes wat hij al eerder had “aangegeven”. Ja, er waren accijnsverschillen met het aangrenzende buitenland.
