Mevrouw Kaag heeft inmiddels enkele malen de minister-president vervangen op diens vrijdagmiddagse optredens in Nieuwspoort. Op 18 februari en op 11 maart 2022 viel ze in voor Rutte die bezigheden elders had. Van het vertrouwd-amicale en vooral soepele van Mark Rutte gaan de journalisten dan over op de nu nog minder vloeiend geformuleerde antwoorden van de eerste vice-premier. Is er omgekeerd verschil te horen tussen de toon waarop de journalisten vanuit de zaal vragen stellen aan de heer Rutte in vergelijking met hun opstelling jegens mevrouw Kaag? Is dat misschien zelfs vooral te horen aan de toon van de vrouwelijke vertegenwoordigers van de beroepsgroep? Dat mogen anderen beoordelen, ik hou rekening met de mógelijkheid – maar tweemaal een dergelijk optreden is wat weinig fundament onder een oordeel.
Mevrouw Kaag is voorzichtiger, minder zelfverzekerd dan de premier, spreekt zachter. Is dat een wonder na al die honderden optredens van hem in vergelijking met die/dat paar van haar? Hij formuleert veel soepeler dan zij en we kunnen ook rekening houden met de mogelijkheid dat de ambtenaren van Algemene Zaken meer ingeschoten zijn op het prepareren van een persconferentie van Mark Rutte. Let alleen op zijn papieren met de daaraan bevestigde tabs die het zoeken bij de beantwoording zichtbaar versimpelen.

De zinnen van Kaag lopen vooralsnog minder gladjes dan die van Rutte. Opvallend is dat zij het, met haar enorme buitenlandse ervaring, nauwelijks nodig heeft om een greep in het Engelse woordenboek te doen. Dat is bij Rutte compleet anders terwijl zijn werkzaamheden buiten Den Haag zich toch vooral tot Delft en Wormerveer beperkten? Mogelijk juist daarom?
Wat bij Kaag op de vrijdagmiddag tot nu toe zeer opvallend was, dat is de frequentie van het woordje natuurlijk. Ik selecteer uit de letterlijke teksten (mediatekst in de terminologie van de RVD) een handvol voorbeelden die ook een illustratie vormen van de zinnen van haar die niet altijd af en vaak nog zoekende zijn naar hun logische vorm. (Dergelijke zinnen halen in deze vorm de Handelingen van de Tweede Kamer niet, want daar is er redactie op gepleegd; wat prettig is, maar niet voor wie taalkundig probeert te kijken.)
• Als je kijkt natuurlijk naar het algehele inflatiebeeld, met name ook voor kwetsbare huishoudens.
• Nou, het is denk ik een algemene opmerking ook, omdat we natuurlijk in deze twee jaar coronatijden, door de gedwongen sluitingen, door lockdowns … Er zijn natuurlijk heel veel mensen, veel sectoren zijn getroffen.
• In het debat zelf zijn de moties door de minister-president ontraden namens het kabinet, omdat natuurlijk de dekking nog ontbrak.
• Wat we nu moeten doen natuurlijk, ook in aanloop en de start van de gesprekken over de prioriteiten van de verschillende ministers is wat moeten we nu doen,…
• We zijn natuurlijk als samenleving keken we allemaal uit naar het herstel na corona.
Het modale woordje natuurlijk vindt in de zin bij Rutte veel makkelijker de goede positie dan bij Kaag. Zij gebruikt het in de eerste twee persconferenties ontzettend vaak, tientallen malen (zo’n 30 à 40 per keer). Kan ik ze überhaupt vinden bij Rutte? Nemen we de tussenliggende persconferentie (tussen die twee van Kaag), die van 25 februari 2022:
• Oekraïne is natuurlijk nu een oorlogszone
• [Freezen van assets van Poetin en Lavrov?] Ja, dat weet ik allemaal niet precies, want dat zijn we natuurlijk aan het uitzoeken.
• Hij zou natuurlijk het liefste willen dat de NAVO nu zegt: ‘je krijgt kandidaat-lidmaatschapstatus van de NAVO’.
Kortom: natuurlijk belandt bij de premier iets passender op de normale plek in de zin. Die bevindt zich vooral prettig in de nabijheid van de persoonsvorm (voor het gemak van de lezende persoon onderstreept). Wat preciezer gezegd: een trend en zeker geen strikte regel is dat we natuurlijk in hoofdzinnen graag direct na de persoonsvorm positioneren, in bijzinnen direct voor het onderwerp. Ontleed de uitingen van Kaag en zie dat natuurlijk bij haar daar minder vaak belandt.
Veel opmerkelijker is het volgende. Ik vond het frappant, hoe vaak mevrouw Kaag natuurlijk gebruikte. Maar misschien is het bij Rutte nog wel veel vaker te horen, in deze ene pc van hem van 25 februari een keer of 60!*)
Dankzij het optreden en de taal van de vice-premier kon dat nu bij de premier opvallen. Zinvol, die invalbeurten.
*) Overigens gebruikte Rutte het op de persconferentie van 18 maart j.l.duidelijk minder (in de 20 stuks).