Kijken naar “de bak” en verder (ii)

Als taal zich bezig is te ontwikkelen, kan er in het concrete geval van de Kamerhandelingen Nederlands terechtkomen waarachter niet eens zoveel jaren later vraagtekens geplaatst kunnen worden. Niet misschien omdat het overduidelijk fout was, maar omdat het vanuit een iets later perspectief ongewoon klinkt – waarschijnlijk net als destijds maar toen wellicht met een sausje van nieuwigheid.
Neem gevallen als deze:
• Dan zullen wij een volle bak vooruit doen (Kees Verhoeven, D66)
• Een corporatie kan echter niet alleen aan de bak staan voor het tegengaan van segregatie (minister Spies, BiZa)
• Zodra iemand zijn werk kwijtraakt: omscholen en ergens anders aan de bak brengen (minister Asscher, SoZa)

Is dat Nederlands? Een volle bak vooruit doen? Niet alleen aan de bak staan? Ergens anders aan de bak brengen? Natuurlijk, maar of het helemaal normaal Nederlands van nu is (2022) dat betwijfel ik.

Aan de bak ontwikkelde zich in het Binnenhofs dus heel snel tot een synoniem voor ‘aan de slag’ (zie de eerste aflevering). Om aan de verlangde actie nadruk te geven, kon een spreker bijvoorbeeld beweren dat er echt, stevig of flink aan de bak gegaan diende te worden. Maar gebruikelijker in dit verband is het woord vol:
• …. daar moeten we met elkaar vol voor aan de bak (minister Slob, Onderwijs)
• Het kabinet zal in september vol aan de bak moeten. (Wouter Koolmees, D66)
• …. echt vol aan de bak gaan om de dingen die ik voorstel… (minister Dekker, Rechtsbescherming)

Vol aan de bak kon – allicht onder invloed van de taal van de wielersport – verkort gebruikt worden in de vorm van volle bak:
• volle bak inzet op groene waterstof (Jesse Klaver, GroenLinks)
• Heel veel ondernemers zijn weer volle bak aan de gang. (minister Hoekstra, Financiën)
• Wij zien in het volle bak inzetten op innovaties de meest heilzame weg. (Caroline van der Plas, BBB)

Caroline van der Plas (BBB) hoort bij de topgebruikers van vol aan de bak, volle bak op dit moment, ze is de opvolgster van mensen als Kees Verhoeven, Zohair El Yassini en ze overtreft in dit opzicht CDA’ers als Derk Boswijk en Agnes Mulder.

(van website Tweede Kamer)

Net zoals in het geval een sportpresentator aan het begin van de uitzending aan de kijkers “volle bak medaillekansen” aankondigt, heeft volle bak in dit soort gevallen de betekenis ‘volop, maximaal’. Het mag uit twee woorden bestaan, het fungeert dus als een bijwoord. Je zou geneigd kunnen zijn het daarom als vollebak te schrijven. (Zo is voortaan uit twee opeenvolgende woorden voort aan samengegroeid.)

Volle bak doet denken aan een ander, maar nog heel zeldzaam geval in de taal in de Tweede Kamer. Over een paar dagen het volgende stukje. We kunnen beginnen te vermoeden dat er op bijwoordelijk terrein een en ander aan de hand is in het hedendaagse Nederlands.

P.S. In een aflevering uit de reeks Sporttaal is volle bak al eerder (kort) langs gekomen.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.