Wat Hartmut Palmer op bladzijde 402 van zijn net verschenen roman schrijft, herken ik uit eigen ervaring. Toen ik een voormalige Haagse staatssecretaris en minister interviewde, deed deze een boekje open over een collega-politicus, maar hij was wel zo handig geweest om erop toe te zien dat ik op dat moment de bandopname even stopte. Palmer sprak de bejaarde Duitse politicus Rainer Barzel niet veel jaren voor diens dood en deze maakte hem deelgenoot van een bijzonder geheim – maar eerst moest de recorder uit.

Barzel (1924-2006) is een even opvallende als tragische figuur in de wat meer nabije geschiedenis van West-Duitsland. Hij maakte snel carrière in de CDU, onder meer als fractievoorzitter van de CDU-CSU in de Bondsdag. Hij was daarmee oppositieleider ten tijde van het SPD-FDP-kabinet van Brandt en Scheel. Zijn fractie had in 1972 door overlopers uit de coalitie voldoende stemmen om kanselier Willy Brandt via een zogeheten constructieve motie van wantrouwen weg te kunnen stemmen. Intern daartoe aangezet (niet in het minst door Franz Joseph Strauß (CSU)), speelde Barzel deze troef uit…. maar hij bleek na telling enkele stemmen tekort te komen. Dat betekende zijn val als fractievoorzitter, door toedoen van Helmut Kohl later gevolgd door het verlies van het partijvoorzitterschap van de CDU.
Vanaf het moment dat de uitslag van de stemming op 27 april 1972 duidelijk werd, is er gegist naar het wie en de beweegredenen van diegenen uit de eigen rijen die Barzel op dat moment bij de geheime stemming lieten vallen. Zelf verklaarde Barzel in een vertrouwelijk gesprek met de journalist Hartmut Palmer dat dit vooral op het conto kwam van Franz Joseph Strauß: die kon niet dulden dat een ander dan hijzelf christelijk-sociaal bondskanselier van West-Duitsland zou worden.
Palmer mocht deze informatie niet gebruiken zolang Barzel leefde, hij kwam er als het ware in kleine lettertjes mee voor de dag toen hij een beknopte necrologie schreef voor Der Spiegel (04.09.2006). In een tussenzinnetje merkte hij daarin op dat Barzel zelf Strauß tot degenen rekende die hem in de beslissende stemming niet gesteund hadden.
Dat zag Palmer als een “versteckte Bombe” in de Spiegel-tekst en hij wachtte op de reacties die er zouden komen. Maar ze bleven uit. Zelfs werd er gezwegen door de familie Strauß die op dit punt werkelijk een naam had opgebouwd. (Denk aan hun acties tegen de ambtelijk-precies schrijvende Wilhelm Schlötterer die de familie van dubieus verkregen rijkdom betichtte.)

Deze politieke detective is het middel dat de journalist Palmer gekozen heeft om aan deze mededeling van Rainer Barzel bekendheid te geven. Dat gebeurt dus in de bijzondere (en mij aansprekende) mengvorm van feit en fictie waartegen de Strauß-nazaten niet zullen willen procederen tenzij ze reclame willen maken voor Verrat am Rhein of in de vlek willen wrijven die Barzel via Palmer heeft nagelaten.
Ik vind het een heel plezierig geschreven, fraai gecomponeerd boek met slim geconstrueerde fantasie die tegelijkertijd royaal gekoppeld is aan feiten. Dat het langs verschillende wegen de wereld van dit blog raakt is iets wat mij verraste. Natuurlijk allereerst via een cd waarop een hoorspel gemaakt is van Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch. Logisch, dat speelt tegen de achtergrond van het bombardement van Dresden waar het hier eerder over ging in verband met Victor Klemperer. Een serietje over hem maakt deel uit van dit blog. Vlakbij Dresden ligt Pirna, dat in het leven van Klemperer een belangrijke rol speelde (zie onder andere deze tekst) maar ook in deze Krimiroman.
Persoonlijk vind ik enkele beroepsmatige aspecten interessant, naast die van de politiek: de eigenlijke hoofdfiguur is de journalist Kurt Zink die terloops over zijn vak vertelt (zoals op p. 42) en een van de personages is lang werkzaam in laten we zeggen de griffie van de Bondsdag: hij moet parlementaire Handelingen voor de druk gereed maken. Kan het toevalliger?
Ja, ook taal valt soms op. Neem de tekst over iemand “mit dem er vor vielen Jahren in Bonn eine Affäre und den er seither nie aus den Augen verloren hatte” (blz. 71).
Dat kán kennelijk in het Duits – er (hatte) eine Affäre + verloren hatte – waarmee het Nederlands worstelt (want dat deels samengetrokken hatte fungeert tegelijkertijd als een zelfstandig werkwoord en als een hulpwerkwoord van tijd), maar D66 minder:

Voor wie Duits kent, dat boek uit de Gmeiner-Verlag gauw lezen. Voor anderen: hopen op een spoedige vertaling en verfilming.