De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (technisch soms aangeduid als PEAG) is met de tweede verhoorweek bezig na de zomervakantie. We zien de commissie inmiddels vrij ervaren overkomen, al blijft de waarneming soms pijnlijk dat een vraag door een lid aan een getuige (of een toelichting) echt voorgelezen wordt en niet naturel overkomt. Gelukkig gebeurt dat niet meer zo vaak. Voorzitter Van der Lee kent zijn introductietekst uit het hoofd (“60 jaar gaswinning heeft Nederland veel gebracht, maar kent zeker voor gedupeerden schaduwkanten. De commissie onderzoekt…. (enz.)”) en ook de procedure van het onder ede plaatsen van een getuige gaat hem soepel af.
De opening van zo’n openbaar verhoor gaat als volgt, ik neem als voorbeeld het begin van de verhoren op 27 juni 2022: “Goedemorgen. Welkom hier bij de parlementaire enquête naar de aardgaswinning in Groningen. Vandaag is de eerste dag in de eerste week van in totaal zeven verhoorweken. Het zullen vast zeven intensieve en informatieve weken worden. Vandaag is als eerste aan de orde het verhoor met de heer Herman de Muinck. Ik verzoek de griffier om de heer De Muinck binnen te geleiden.
(De griffier geleidt de getuige naar zijn plaats in de Enquêtezaal.)”

De Muinck bleek al vroeg plaatjes geschoten te hebben van de effecten van de aardgaswinning: “Ik legde met dia’s heel veel vast in de omgeving en kwam bij boeren langs om het hele boerenleven vast te leggen. Dan gaf ik daar lezingen over voor de landbouworganisaties in de gemeente Slochteren. Ik hoorde dan wel van die boeren: “De Muinck, most es kieken”. Dan moest ik even mee: “Wiet jie wat doarvan?“” Bijzonder Drents dialect spraken de boeren in die tijd in Slochteren volgens de Dienst Verslag en Redactie! Luister naar wat Herman de Muinck tijdens het verhoor zegt (na ongeveer tien minuten vanaf het begin) en hoor: “Waiten joe doar wat van?” Dat klinkt dichter bij Slochteren, in tijd en ruimte. Als de bakkerszoon De Muinck over matten aan de fiets spreekt, dan bedoelt hij tassen (mat is etymologisch hetzelfde als mand).
Aan het eind van het verhoor stelde voorzitter Van der Lee getuige De Muinck gerust toen hij hem bedankte: “Dank u wel, meneer De Muinck. U heeft uitvoerig antwoord gegeven op al onze vragen, ook in begrijpelijk Nederlands. Daarmee is op dit moment het einde bereikt van het verhoor met u. Ik verzoek de griffier om u uit de zaal te begeleiden.”
Ook bijzonder: iemand die lezingen houdt, een leraar met een ALO-opleiding en een jarenlange onderwijservaring die begríjpelijk Nederlands spreekt. Een eerstegraads anno 2022.
Maar daar draait het niet om. Als Tom van der Lee formeel spreekt, zoals aan het begin en het eind van een zitting, dan heeft hij het over een getuige die door de griffier van de PEAG in de zaal of naar buiten wordt gebracht. Hij zegt soms geleiden, vaker hoor ik hem begeleiden zeggen. Is het naar binnen ge- en naar buiten begeleiden? Van der Lee articuleert op dit punt niet altijd duidelijk en het kan zowel geleiden zijn als begeleiden – ik hoor vooral de laatste variant, ik verwacht in deze entourage daarentegen eerder de eerste.
Geleiden is een interessant woord al was het om de taalhistorie. Ik denk dat het beginstukje ge– teruggaat op het Latijnse cum– dat als het ware een lintje verstrekt aan het basiswoord. Een paar werkwoorden, geleiden, gelukken, gevoelen, gewennen (zie De Haas en Trommelen, Morfologisch Handboek van het Nederlands, ‘s-Gravenhage 1993: 81 plus de verwijzing aldaar) hebben het plechtige betekenisaspect dat leiden, lukken, voelen en wennen niet hebben. Ik neem aan dat bij denken en gedenken een dergelijk verschil aanwezig is, ook formeler.
Als ik nog eens een keer in de Enquêtezaal kom daar aan de Lange Houtstraat in Den Haag, dan ga ik speciaal letten op de voorzitter en diens taal op de formele momenten.
P.S. Harm Edens (Dit was het nieuws) doet het ook, wellicht opzettelijk, aan het eind zeggen niet nadat maar bedoelen juist wél nadat. Tom van der Lee eindigt een verhoordag met het vooruitgrijpen naar de volgende dag en gebruikt dan een constructie met “niet nadat”. Dat Nederlands gaat terug op (om niet te zeggen: is een foutieve verkorting van) het formele “niet dan nadat”. De Dienst Verslag en Redactie weet dat en omzeilt des voorzitters fout door te notuleren: “Voordat ik de vergadering sluit (….)”. Wordt Van der Lee op zoiets niet gewezen of moeten we iets anders veronderstellen? Helaas rijden de treinen morgen (09.09.2022) niet en kan ik mijn reservering in Den Haag niet benutten om er naar te vragen.
Aanvulling 19.09.2022: Harm Edens zegt tegenwoordig net iets anders, allicht onder invloed van kritische opmerkingen van kijkers, namelijk “niet voordat” in plaats van het verwachte “niet dan nadat”. Talig pesten.