De verslagen van de Parlementaire Enquête naar aardgaswinning in Groningen drukken mij waarschijnlijk meer dan gemiddeld met de neus op de feiten, dat wil zeggen op de feiten van het werk van de stenografen die de verslagen maken. Wat die mensen doen is het ondankbare combineren van én verslag uitbrengen én dat redigeren. Woordelijk aan de ene kant maar aan de andere kant wel leesbaar gemaakt. Laveren tussen Scylla en Charybdis! Juist bij die verhoren van veel slachtoffers van de aardbevingsellende valt me het dialectische in hun taal op. En soms is het niet zozeer het dialect, het Gronings, maar gewoon het onvoldoende beheersen van het Nederlands.
Zo speelt het lidwoord in een spreektaal als het Gronings een minder precieze rol dan in het Nederlands, al was het omdat daar op school op gelet is. In het Nederlands ja, maar op school krijg je in principe geen Gronings. Zo was het vroeger tenminste.
Als in het eerste verhoor Herman de Muinck aan het woord is, heeft hij het over “de mensen die toen van het turf moesten leven” – in het verslag is het gecorrigeerd in de. Bij de tweede, veel geëmotioneerdere getuige, Sijbrand Nijhoff, wordt “Dit was toen ze eind jaren zestig die winningsstation zouden gaan bouwen” juister gemaakt tot “Dit was toen ze eind jaren zestig dat winningsstation zouden gaan bouwen.” Net zo is het geval met “het kabinet”, “het hele gebouw”, “het winningsplafond”, “het tussenvonnis” – ik merk nu, dat Nijhoff vaak de gebruikte waar hij in het Nederlands het had moeten zeggen zoals in deze voorbeelden in het verslag staat.
Dat kan aan de andere kant ook onjuist in het verslag terecht komen: “In 2012 hebben mijn vrouw en ik gezegd: wij willen op de boerderij blijven, op de ouwe stee; daar willen we oud worden.” In het Gronings is hier sprake van t ol- of t olle stee, onzijdig, maar dat staat er niet in het verslag.
Op diverse plaatsen is Nijhoff simpelweg verkeerd verstaan door de stenograaf:
• Ja, dat bedoelde u.
Het Gronings zegt hier inderdaad “dat bedoeldu” en dat is als een verleden tijd op te vatten maar hij spreekt in de tegenwoordige (dat bedoelt u).
Vergelijk “Die boerderij stond er al voor 1594. Toen is zij door het klooster verkocht aan de provincie.” Dat klinkt als “toen izzij” en Nijhoff bedoelde zeker te spreken van een hij, ook al mag boerderij grammaticaal vrouwelijk zijn.
• Die beving kwam niet onverwachts.
Nijhoff gebruikte tweemaal een meervoud: die bevingen kwamen (spreek uit als “die bevingng kwaamm”).
Dat zijn kleinigheden en het is in feite niet anders bij dingen die de verslaggever waarschijnlijk niet of niet correct verstond. Zoals bij de paarden die rechtop in de box stonden: “Al vóór de beving. Dat is zo komisch. Al een halfuur van tevoren begonnen de paarden daarmee” en Nijhoff vult aan: “stapelidioot te doen” maar dat laatste ontbreekt in het verslag.
“Het is een ramp. De een zegt dit, de ander zegt dat.” Aldus Nijhoff en zo is het vlak daarvoor in de tekst. Er staat wat het gevolg is van een aardbeving, immers dan “begint pas het gelazer. Daar is een beving nog niks bij, bij al dat gelazer. Het is een rampenplan.” In plaats van rampenplan hoor ik Nijhoff spreken van “een gelanterfant”. Dat is misschien niet helemaal logisch hier, ik neem aan dat hij er ‘eindeloos getraineer’ mee bedoelt.
In zijn strijd wil de paardenboer dingen vergoed krijgen. “Ik zeg: ik wil alleen datgene wat kapot is; ik hoef niet binnen …” Hier zegt hij niet binnen maar winnen, in de betekenis van ‘winst boeken’
Er is op heel veel slakjes zout te leggen bij dat verslag van het verhoor van Nijhoff, maar hij was voor de stenograaf een buitengewoon lastige spreker en ik zou de Dienst er dus niet hard om willen vallen.
Wat ik me afvraag: krijgen de verhoorde personen inzage in het voorlopige verslag, voordat dit ongecorrigeerd gepubliceerd wordt?

Mijn vraag is meteen, kwam de stenograaf uit Groningen?
Boeiend blog
Vriendelijke groet,