De straat die ze in Rijswijk daar in de buurt van het Generaal Eisenhowerplein naar Cor Ruys vernoemd hebben (zie de vorige aflevering) maakt deel uit van een groepje met allemaal een theaternaam zoals Buziau en Louis Bouwmeester. Misschien was het destijds (zestiger jaren?) een inspirerende omgeving want Carmiggelt schreef er dus over toen hij hier wandelde – tenminste dat schreef hij.
Utrecht heeft in nieuwere nieuwbouwsferen (vanaf ongeveer de jaren nul?) straten en plantsoenen de naam gegeven van bekende schrijvers uit de actuelere lichtere sector zoals Godfried Bomansstraat en Guus Vleugelplantsoen. Hier bevinden zich ook de Simon Carmiggeltstraat en daaraan aangrenzend het Simon Carmiggeltplantsoen. Dat alles aan de westzijde van de stad, sfeer Leidsche Rijn en Vleuten. Kortom: wie vanaf Utrecht Centraal met het OV gaat naar kasteel De Haar komt gezien of ongezien langs heel wat literaire namen van leesbaar formaat.
Deze OV-trip in het centrum van het land is een heel bijzondere. Na de vlotte bus naar Vleuten komt er een kleiner busje (noem dat geen buurtbus want de bestuurder is een professional en enkele uren vooraf bellen is niet nodig) dat de aspirant-bezoeker in rustig tempo verder brengt naar de rand van Haarzuilens, het dorp waar De Haar in ligt althans administratief onder valt. Bij het uitstappen zegt de chauffeur nog net dat de bezoeker daar links en dan rechts moet, een kwartiertje lopen….

De Haar is dat pseudo-oude grote kasteelcomplex waar leden van de jetset lange tijd op uitnodiging konden langskomen, vooral rond deze tijd dus september. Zij gebruikten daarvoor niet het OV laat staan dat ze een stief kwartiertje moesten wandelen. Brigitte Bardot bijvoorbeeld benutte een bromfiets voor haar glorieuze entree in het kasteel. Vrijwilligers vertellen het nu nog steeds met glundere ogen. Haar, Sophia Loren, Coco Chanel, zien we na de eerste binnenkomst al direct hangen in de gang op weg naar het smalle restaurant. Natuurlijk, kasteel De Haar. Maar er hangt ook een enkele Hem: zie de Haar-website.

Wie genoeg heeft van dat overvolle (en dure) product dat Pierre Cuypers ontwierp en mee inrichtte op verzoek en waanzinnige kosten van baron Etienne van Zuylen en barones Hélène de Rothschild, wandelt net zo de route in de richting de uitgang en vervolgens voor het OV naar bushalte Eikslaan/Kasteel van lijn 127, althans doordeweeks. Kwartiertje lopen. Het kan zijn dat de passagier daar een poosje moet wachten, het is een uursdienst. Maar vanaf Vleuten gaat het veel sneller, om te beginnen met de Sprinter naar Utrecht Centraal. Daar stapte ik na dit uitje ter gelegenheid van de 950ste aflevering van dit blog over op lijn 1 die je in een aantal minuten naar de Vogelenbuurt en verder brengt. De afslag naar de St. Jacobsstraat kan soms een poosje nemen, maar dan gaat het vliegend verder met U-OV.
Maar op deze laatste dag van augustus vergat de chauffeur daar bij de gesloten Decathlon nou net vóor te sorteren en er klonk direct wat verbaasd gemonkel in de bus. Al ter hoogte van de Oudegracht repte een oudere vrouw zich naar de chauffeur en vroeg: “Rijdt u een andere route?” De chauffeur had zijn fout nu op slag door, hief zijn armen even in de lucht en sloeg geïrriteerd over zichzelf op het stuur.
Terug was onmogelijk maar waar te keren? Achter andere bussen aan reden en stopten we de stad verder inwaarts, de Lange Viestraat, de Lange Janstraat, Janskerkhof,- nérgens was er een kans om te keren. Verder en verder. Pas bij de Prinsesselaan konden we rechtsaf en maakten nog net een draai voor we bij begraafplaats St. Barbara zouden belanden.
Verbaasde chauffeurs van andere bussen zwaaiden naar hun collega maar lieten dat heel sociaal in het openbaar niet blijken – dat zullen ze bewaren voor ze hem weer ontmoeten in de kantine. Zo reden we de stad weer in, Lucasbolwerk, Nobelstraat en waarachtig, voorbij de Bijenkorf zonder te hoeven voorsorteren rechtsaf naar de halte St. Jacobsstraat! Het was een halfuurtje later dan gepland en wie weet maakten we daarna met grote snelheid nog wel 40 seconden op het rijschema goed voor we bij de Adelaarstraat kwamen.
Toen de oude vrouw uitstapte, zwaaide de chauffeur haar (maar schrijf vandaag gerust Haar!) zeer vriendelijk uit. Alleen weet ik niet of ze dat gezien heeft.