Wat een gevoelde exodus was het op de laatste dag dat de oude Kamer in vergadering bijeen was (donderdag 26 oktober 2023). Eigenlijk was het niet die donderdag, de sessie eindigde een flink eind in de nacht van 26 op 27 oktober. Toen de laatste hamerslag viel was het 3.44 uur. Dat komt ervan.
Waarom moeten er zoveel moties doorgejast worden, vroeg Caroline van der Plas (BBB). Wat ik als toeschouwer minstens zo storend vind, dat is de omslachtigheid waarmee er gestemd wordt – er zijn vast net als in andere landen simpele digitale methoden die veel efficiënter zijn. Maar wat ook afmattend werkt, zijn de pauzes in elk twee-minutendebat waarin de bewindsman naar zijn/haar ambtenaren moet om te horen op welke wijze de ingediende moties gehonoreerd moeten worden. Als die moties gewoon enkele uren eerder onderhands verstrekt worden (en daarna niet meer gewijzigd), dan is zo’n pauze niet meer nodig en kan iedereen uren en uren eerder naar huis.
De precieze omvang van de uittocht van Kamerleden is nog niet bekend, daar gaat het collectief van de kiezers over. Maar van een flink aantal sprekers (m/v) waren er afscheidswoorden te horen:
- Jasper van Dijk SP (1): het was een mooie tijd.
- Alexander Hammelburg D66: Dit zou weleens mijn laatste debat kunnen zijn. Ik vermoed en ik hoop natuurlijk dat dit niet het geval is, maar ik heb — velen van u weten dat misschien niet — nog nooit een maidenspeech gegeven, ook omdat ik daar meestal niet zo van houd. (Om vervolgens een maidenspeech te houden, SR)
- Jan Klink VVD: Het is het laatste moment dat ik mag spreken vanaf het spreekgestoelte in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Ruim twee jaar geleden sprak ik voor het eerst achter dit spreekgestoelte.
- Fahid Minhas VVD: Ik wil iedereen hartelijk danken voor de goede samenwerking: collega’s, u, het kabinet en niet in de laatste plaats mijn persoonlijk medewerker, die mijn steun en toeverlaat was.
- Eva van Esch PvdD: Dan de laatste motie die ik in deze Kamer zal indienen. Ik heb er bewust voor gekozen om die te laten gaan over dieren. (….) Daarmee hoop ik uiteraard de vleermuizen nog een beetje een mooie toekomst in de geïsoleerde huizen in Nederland te geven.
De voorzitter (Martin Bosma): Als u nog een mooi afscheidswoord heeft?
Van Esch: Dank u wel. - Roelof Bisschop SGP: Ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om alle collega’s hartelijk te danken voor de collegialiteit en voor het feit dat je elkaar weliswaar treft vanuit verschillende invalshoeken en verschillende levensbeschouwelijke uitgangspunten, maar dat je samen toch iets moois tot stand kunt brengen. Ik heb daar altijd zeer van genoten en ik zie het ook als een zegen dat we zo’n soort overleg hebben waarin dat mogelijk is. En inderdaad, er zijn ergernissen en het kan altijd beter. (….) Beste mensen, ik overschrijd mijn termijn, maar dat mocht van de voorzitter. Ik wil jullie nogmaals hartelijk danken. Ik wens jullie allen nog een arbeidsvreugdevolle avond en voor straks een gezegende nachtrust. Dank u wel.
- Jasper van Dijk SP (2): Voorzitter. Dan rest mij niets anders dan te zeggen dat dit mijn laatste plenaire debat is voor de verkiezingen. Als wij die enorme verkiezingsoverwinning niet gaan halen — kleine kans natuurlijk — dan is dit wellicht de laatste keer dat ik hier sta. Daarom eindig ik met een mooi liedje van George Harrison van The Beatles. De titel van het liedje is … U stond al klaar!
De voorzitter (Bosma): Ik dacht al: ik ga er even voor zitten.
Jasper van Dijk: De titel is: All Things Must Pass. Het was een mooie tijd! Dank. - Salima Belhaj D66: Als het dan je laatste keer kan zijn hier in de plenaire zaal, dan is er geen mooier en bijzonderder onderwerp om over te spreken dan Afghanistan, want dat heeft het meest indruk gemaakt tijdens mijn politieke carrière.
- Raoul Boucke D66: Dit zijn mijn laatste woorden in deze plenaire zaal. Ik heb het een enorme eer gevonden om een volksvertegenwoordiger te zijn van de Nederlandse bevolking. Ik ben dit jaar precies 30 jaar in Nederland. Ik kwam op mijn 17de vanuit Suriname hiernaartoe. Ik ben blijven hangen, omdat ik hier een hele mooie, lieve man leerde kennen.
Ik kom uit een land waar een militaire dictatuur heerste. Ik heb een groot deel van mijn jeugd onder een militaire dictatuur geleefd. Tegen iedereen die nu naar dit debat luistert, zou ik het volgende willen zeggen. Koester wat we hier hebben. Onze open, weerbare democratie is heel waardevol. We hebben goud in handen. Laten we daar zuinig op zijn. - De heer Daniël Koerhuis VVD: Dit is mijn laatste inbreng in deze Kamer. Mijn laatste inbreng in de Eerste Kamer komt misschien nog, maar dat hangt af van de behandeling van onze initiatiefwet. Ik zou graag mijn vrouw Leonie en onze vier kinderen willen bedanken, die me de afgelopen twee Kamerperiodes hebben gesteund. Zonder hun steun zou ik dit niet hebben gekund. Ik zou graag de ondersteuning van de Kamer willen bedanken: de Griffie plenair, Griffies commissies, Kamerbewaarders, Kamerbodes, beveiligers, schoonmakers en restaurant- en barpersoneel. Ook de ondersteuning van de fractie wil ik bedanken, in het bijzonder Michiel Hasslacher, Malkis Jajan, Dyon van Stigt en Constantijn Teske, mijn persoonlijk medewerkers. Jord Schepel, Isabel Plessius, Kevin Franken, Bas de Vos en Denis Damoiseaux, mijn stagiairs. Jet Vlaanderen, Gijs Broek, Solange Kamm en Ruben van de Zande, mijn beleidsmedewerkers. En Simon Kandelaars, mijn voorlichter. En natuurlijk de ondersteuning van de ministers, de ambtenaren en in het bijzonder Gijs Felix en Dion Vijverberg, de politiek assistenten. Nu ik haar zie zitten, kan ik haar niet onbenoemd laten: Christien Waller, onze ambtelijk secretaris.
- Fonda Sahla D66: Dit is mijn laatste plenaire debat voor de verkiezingen en ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om nog een laatste keer aandacht te vragen voor een belangrijk thema, want goed bestuur en toezicht in de zorg betekent ook inclusieve zorg voor iedereen.
Misschien waren er nog meer leden die aandacht vroegen voor hun eigen slot-optreden.
Ook vertrekkend voorzitster Vera Bergkamp keek eventjes weerom en zij verwees impliciet naar de bedankjes die in ettelijke van die laatste woorden hadden doorgeklonken: “Ook dank ik in het bijzonder de ambtelijke diensten die ons werk mogelijk maken en ook dit jaar echt weer enorm hard hebben gewerkt om dag en nacht klaar te staan, ook vandaag. Het is echt een huzarenstukje — dat mag ik wel zeggen — om de agenda’s passend te maken, om alles te plannen en om u zo goed mogelijk te bedienen.”
Caroline van der Plas trok de aandacht door bij herhaling te verzuchten dat het gekkenwerk was geweest, zeker de laatste dag met al die moties. Gekkenwerk – de freule Wttewaall van Stoetwegen werd stilzwijgend geciteerd. Mevrouw Van der Plas had zogezegd medelijden met iedereen voor al hun werk, afgezien van haar eigen medewerkers: “Ik wens iedereen — de Kamerleden en de medewerkers, de Kamerbewaarder, bodes, de bewindslieden — heel erg veel succes vandaag.”
Wat bij dat alles bijzonder was? De tegenwoordig tegen de muur weggeplakte verslaggevers die de Handelingen maken, dus de stenografen of de leden van de Dienst Verslag en Redactie, die werden de hele dag niet genoemd. Ja, je ziet ze niet meer zitten (zoals meer dan een eeuw) luisterend midden in de vergadering. Uit het oog, uit het hart. Als ik me in die observatie niet vergis, is dat een schande of in hoge mate teleurstellend – doorhalen wat minder passend is. Hun werk zorgt ervoor dat wat er te berde gebracht is in de toekomst een beetje gefatsoeneerd raadpleegbaar blijft.
