Net als iedere taalgebruiker beschikt een minister-president over diverse stijlregisters en hij wisselt hoorbaar van meer formeel naar meer in-formeel om maar twee uitersten te noemen (zie de bijdrage onder de naam Zijdens). Hijs is een voorbeeld van het informele, naar voren komend in het MP-gesprek van 25 april 2014. Met Pim van Galen had Rutte ‘t toen over de zorgwetten die het kabinet wil zien in te voeren, voorwaar geen kleinigheid, nee “dat wordt een enorme hijs voor enorm veel mensen.” Over hetzelfde onderwerp zei de premier bij de Algemene en Politieke Beschouwingen van 2016: “Het zal de komende jaren nog een hele hijs worden om de zorgakkoorden voort te zetten.”
Misschien is de informele impressie van het woord hijs, dat het ook de bekenis heeft van ‘klap, mep’. Die geeft Van Dale als laatste en dat zal erop wijzen dat deze van later datum is. Oorspronkelijk is hijs ‘de daad van het hijsen’, het met fysieke moeite omhoog sjorren van een zeker object. De onderstreping van de inspanning zit ‘m in het gebruik van de stam van het werkwoord, waar een hele voorgevoegd wordt. (Op dezelfde manier gaan we overigens om met werkwoorden als aanschaffen, klussen, rukken, tillen en zeggen dan bijvoorbeeld een hele aanschaf, een hele klus e.d.)
In de huidige kabinetsperiode zijn het toevallig alleen de belangrijkste VVD-ministers die het in een plenaire vergadering gebruiken, namelijk deze keren:
• Minister Schippers in reactie op een motie van Pia Dijkstra: “Ik kan mij voorstellen dat het zeker met zo’n vakantieperiode ertussen nog een hele hijs gaat worden.” (01.07.2014)
• Premier Rutte over de plannen voor CO2-reductie: “Mijn verwachting is dat het nu al een hele hijs zal worden, echt een hele hijs.” (15.10.2014) Kort tevoren had hij het ook gebruikt bij de APB, maar dan nog zonder voorgevoegde accentuering: een hele hijs. (Vergelijk Echt, oprecht.)
• Minister Kamp over versterking van de huizen in het aardbevingsgebied: “Ik wijs de Kamer erop dat dit nog een hele hijs zal worden.” (12.02.2015) Bij een ander onderwerp had Kamp enkele jaren tevoren ook over een hele hijs gesproken (19.06.2012).

HIJSKRAAN (afbb. Google.de)
Op de persconferentie na de ministerraad van 15 april 2016 kwam Duitsland aan de orde. Met dat land hoort Nederland “tot de meest innovatieve economieën van de wereld” aldus de premier, nadat hij even eerder had gewezen op de “enorme sloot handel” tussen beide. Van Dale karakteriseert het gebruik van sloot in de betekenis van ‘een grote hoeveelheid’ als schertsend. Dat past bij het informele register waarvan de MP zich hier bediende, versterkt door het onderstrepende maar in feite overtollige woord enorme. In 2013 had de premier al in zijn Wekelijkse Gesprek van 25 mei (met Tijs van den Brink) op net zo’n informele manier aandacht gevraagd voor de export naar Duitsland, want die “gaat als een tierelier”.
P.S. Veel bewindslieden ongeacht partijkleur stellen zich voorzichtig op en gebruiken een hele hijs om aan te geven dat iets moeilijk realiseerbaar zal zijn. Bij een niet-halen van een bepaalde doelstelling is het excuus als het ware ingebouwd. Het betreft daarom kennelijk idioom voor vak-K en in een toekomstige context: het verschil tussen K en de Kamer is, dat de laatste controleert. Achteraf. Minister Roolvink was in 1969 de eerste die de uitdrukking in het parlement gebruikte juist vóor minister Schut: beiden waren ARP (later opgegaan in het CDA), Roolvink had een metaalverleden, Schut was stedebouwkundige – het figuurlijke een hele hijs lijkt dus een praktisch-technische oorsprong te hebben.