Zo kijkend door de oogharen gebruikt minister-president Rutte op zijn wekelijkse persconferenties het begrip gedoe op twee manieren en die lijken samenhang te vertonen met het kabinet waar hij leiding aan mocht/mag geven. Gedoe werd trouwens ook nogal eens in hun vragen door journalisten gebruikt, bijvoorbeeld door Paul Jansen (De Telegraaf) en vooral Frits Wester (RTL Nieuws). In hun vraagstelling klinkt misschien wel wat door van het negatieve karakter dat gedoe toch aankleeft, kijk maar naar wat Van Dale zegt. Want het gaat dan wel om “allerlei niet nader gepreciseerde dingen die men ‘doet’,”, even daarna spreekt deze bron van dingen “die iem. moeite, last of ergernis veroorzaken”. In de sfeer van Haags gedoe gaat het concreter nog over “omslachtige procedures, machtsspelletjes, vaagheden enz. zoals door sommigen beschouwd als typerend voor de politiek”.
Die laatste betekenis is bij uitstek de lezing die we moeten toekennen aan de taal van Rutte tijdens Rutte-I. Kijk naar dit soort voorbeelden:
- (wegkomen) uit die discussie over staatsschuld en gedoe en te bewegen naar een situatie waarin Europa weer echt, ook naar de toekomst toe, concurrerend is
- (ombuigen) van gedoe, bureaucratie, schaalvergroting naar verbetering van de kwaliteit
- Het doel is meer slagkracht bij de aanpak van criminaliteit, meer blauw op straat, minder bestuurlijk gedoe.
- minder gedoe, minder lagen, minder bestuurders, minder dubbelingen en dat is echt enorme winst
De sfeer is veranderd met de komst van Rutte-II, VVD-PvdA. De premier gebruikt gedoe in die periode niet alleen minder vaak, de inhoud is ook veranderd:
- (beëdiging van de bewindslieden tonen) wordt nog een heel gedoe op televisie
- Waarom nou dat ongelofelijk ordinaire gescheld en gevloek en gedoe? (op internet tegen PvdA-voorzitter Spekman)
- (Hedwige-polder) Er zal altijd wel een keer gedoe zijn over iets
- (belasting op uitkering Koning) Maar er komt zo verschrikkelijk veel gedoe achter weg, je moet bovendien de grondwet wijzigen, dat mijn neiging zou zijn: “we have bigger fish to fry”, zeggen de Engelsen, dan dit probleem op de lossen.
In het tweede kabinet-Rutte is gedoe niet meer die bureaucratische rompslomp in Brussel of Den Haag, het betreft nu concrete politieke kwesties die opgelost moeten worden en die de premier althans in zijn uitingen niet al te groot wil laten zijn. In 2010-2012 ging Rutte met Gedoe I als het ware op afstand tot de politiek. De connotatie van gedoe is onveranderd negatief (er gaat wat vermoeiends van uit) maar van 2012-2016 is het de sfeer van aanpakken van politieke problemen als het woord door de premier gebruikt wordt. Gedoe II van Rutte-II heeft overeenkomsten met de beperkte lezing van het begrip ellende.
Het is hier vaker verondersteld: Mark Rutte is in een aantal opzichten precies in zijn omgang met de taal.