Bereids

Ngramviewer van de DBNL (of die van de Koninklijke Bibliotheek) maakt in één oogopslag duidelijk wanneer bereids ‘reeds, al’ meer en minder tot het gangbare Nederlands behoorde. Het is relatief zeer gangbaar in de 19de eeuw. Maar al rond 1860 zet de daling duidelijk in en die gaat door tot het begin van WO II als bereids bijna verdwenen is uit het Nederlands. Vanaf dan komt het woord alleen nog incidenteel voor.

BEREIDS frequentie (DBNL)

In de parlementaire Handelingen (beperkt tot de Tweede Kamer) verschijnt het in totaal 1650 keer in de periode van 1814-1995. Kijken we alleen naar de laatste tientallen jaren, dan zien we in de jaren ’80 6 attestaties, in de jaren ’70 28 gevallen en in de ’60-er jaren 49x bereids. Dat is een duidelijke reductie, uitgaande van een gelijkblijvend totaal aantal genoteerde woorden in deze jaren in de TK gesproken. (Dat is waarschijnlijk niet het geval: er is een toenemende tendens over de jaren heen.) Bovendien zitten bij deze registraties niet alleen de woorden bereids, ook samenstellingen als bereidsverklaring e.d. zijn meegenomen.

Bereids lijkt in 1985 voor het laatst gebruikt te zijn in een gezamenlijk debat met Antilliaanse parlementariërs. Een van hun vertegenwoordigers, McWilliam, zegt tot tweemaal toe dat iets bereids is gebleken. De laatste maal dat bereids in een normaal Nederlands debat valt, gebeurt in september 1980, als er gesproken wordt over het emancipatiebeleid. Ds. Abma (SGP, zie Captie) is geen voorstander van een maatschappelijke gelijkheid van man en vrouw: “Bij eerdere gelegenheden hebben wij bereids onze bedenkingen vertolkt ten aanzien van het emancipatiestreven. Deze reserves bestaan nog steeds. Het emancipatiestreven behoort tot de ontwikkelingen, die wij kritisch volgen. Ons hoofdbezwaar is gelegen in de omstandigheid dat dit streven, evenals soortgelijke emancipatiebewegingen, geënt is op ideologieën, die zich niet oriënteren op het richtsnoer van Gods Woord en soms naar ons gevoelen ook daarvan zelfs emanciperen.” De SGP tegen emancipatie.

Het is tegen deze achtergrond dus een héel bijzonder moment als in de Nederlandse Tweede Kamer dat woord valt dat al bijna een halve eeuw verdwenen leek te zijn, namelijk op 14 januari 2015. Het onderwerp is de aanslag in Parijs, op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo en een joodse supermarkt. Namens het kabinet spreekt de minister-president, in reactie op de bijdragen van alle 16 sprekers. Hij richt zich daarbij allereerst op de bestaande wetgeving: “Ik wil vooraf iets zeggen over artikel 14, tweede lid van de huidige Rijkswet op het Nederlanderschap. Daarin is namelijk geregeld — en wat dat betreft, gaat de prijs naar de heer Van der Staaij, die dat goed had in een interruptiedebat met de heer Wilders — dat na een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling, bijvoorbeeld voor het lidmaatschap van of deelname aan een terroristische organisatie, het Nederlanderschap kan worden ingetrokken. Dat is al geregeld.”

Dat herhaalt hij even later – als Buma (CDA) al klaar staat bij de interruptiemicrofoon. Dat kan de toon verklaren waarmee de premier zegt: “Het afnemen van het Nederlanderschap in geval van lidmaatschap van een terroristische organisatie is bereids sinds 2010 mogelijk.”

Zit daar een verwijzing in naar Rutte-I, het kabinet waar het CDA deel van uitmaakte? Buma had in zijn inbreng geklaagd over gebrek aan tempo op het ministerie van Opstelten, Veiligheid en Justitie: “Het wetsvoorstel om de nationaliteit sneller af te nemen, ligt al sinds oktober op het bureau van de minister. Dat is onacceptabel. Wanneer komt dat antwoord eindelijk naar de Kamer? Tijdens het debat in september zegde de minister ook een voorstel toe om de nationaliteit zonder rechterlijke veroordeling af te kunnen nemen. Dat voorstel heeft de Kamer tot op heden überhaupt nog nooit bereikt.”

Het bijzondere gebruik van bereids in het antwoord van Rutte zou een stil-corrigerende, wat geïrriteerde reactie daarop kunnen zijn. In een debat over een lichtvoetiger onderwerp zou een andere verklaring mogelijk zijn (taal van het studentencorps, zie Zijdens, Tamelijk e.d.) maar dat is hier totaal uitgesloten. Jammer genoeg is het onmogelijk, aan de spreker Rutte of de geadresseerde Buma de vraag voor te leggen hoe waarschijnlijk deze veronderstelling is en nu in verkiezingstijd al helemaal. Een selfie met politici maken is dan eenvoudiger dan ze een vraag te stellen.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN, Taal van Rutte. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.