Hoe het komt, geen idee – maar bij het woord feitenrelaas denk ik altijd aan Pieter Omtzigt (CDA). Is er ooit onderzocht of iemand daar vaker om vroeg in de Tweede Kamer dan hij? Wat is er mooier voor Kamerleden dan documenten van het kabinet te ontvangen waar een stand van zaken heel precies in staat opgesomd en waar ze hun tanden in kunnen zetten.
In dat opzicht is het heel vreemd wat de liberaal Dirk Fock (als Kamerlid in hoge mate geïnteresseerd in de Koloniën, het stukje van de wereld waar hij na zijn Kamerlidmaatschap voornamelijk zou gaan werken) aan de minister vraagt bij de begrotingsbehandeling Nederlandsch-Indië voor 1905: stopt u aub met de groep die de zogeheten Mindere welvaart onderzoekt op Java. Ontbind die commissie, Excellentie!

DIRK FOCK (P&P)
Minister A.W.F. Idenburg is dat niet van plan, zegt hij op 25 november 1904. Het onderzoek van de Welvaart-commissie zal namelijk leiden tot “gewestelijke monographieën” omtrent de situatie op Java en dat is zinvol. Idenburg wijkt ook niet voor de bijval van J.M. Pijnacker Hordijk, die wijst op het omslachtige karakter van werken van die commissie op Java en de last voor ambtenaren die té veel vragen te verwerken krijgen. Is dat wel eens een punt van aandacht geweest bij weer een vraag om een feitenrelaas?

ALEXANDER IDENBURG (DBNL)
Een eeuw later is in hindsight het woord bijzonder waaronder deze groep bekend stond die deze studie naar Javaanse toestanden verrichtte, de Minderewelvaartcommissie.
Wat voor commissies (in deze tijd sprak men nog liever van commissiën) kende men vroeg in de 20ste eeuw? Vertrouwenscommissie, pensioencommissie, marinecommissie, begrootingscommissie, arbeidscommissie zijn wat namen die voorkomen in de Handelingen van die tijd. Het zijn dus overzichtelijk-simpele aanduidingen van het type dat we in algemene zin kunnen aanmerken als X-commissie.
Een kwart-eeuw verder. De X-commissie is onveranderd gangbaar in de Tweede Kamer (bijvoorbeeld advies-commissie, fondscommissie, ontwapeningscommissie) maar er zijn twee nieuwe bewegingen in opkomst. In de eerste plaats betreft het de trend van de vernoeming van een commissie naar een persoon in de vorm van commissie-X (getuige commissie-Diepenhorst, commissie-Ebels, commissie-Hoitsema, commissie-Patijn e.d.). Daarnaast wordt het voorzichtigjes mogelijk om langere namen te gebruiken bij het type X-commissie, waarbij nadere precisering aan de voorzijde toegevoegd wordt, getuige de Radio-Omroep-Contrôle-commissie, Motor-verkeercommissie, Drankbestrijdingscommissie en de Landbouwcrisiscommissie. In dat opzicht is de Minderewelvaartcommissie een vroege en wat vreemd ogende eend in de bijt. Voor wie wil: dit is de WX-commissie.
Rond 1930 figureert ook de Staatscommissie-1892. Dat is een eenzaam voorbeeld van een type dat na WO II een grote vlucht zal nemen. (Wordt vervolgd.)