Laten we nog eenmaal naar Defensie kijken, het departement dat niet per se met forsige woorden als ontiegelijk en onwijs spreekt in het Parlement.
Het woord van deze aflevering staat niet in Van Dale – maar het is sinds een halve eeuw ook niet meer in de Tweede Kamer gevallen, dus erg opvallend is die omissie in dat woordenboek niet. In het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) lijkt verwapenen ‘van een wapen voorzien’ identiek aan bewapenen ‘van wapenen voorzien’.
Bij de bespreking van de defensiebegroting voor 1965 stelt het KVP-lid Harry Moorman op 24 november 1964 vragen aan de staatssecretaris van marine, Adri van Es (ARP). Die is niet alleen langdurig in die functie actief, hij heeft ook uitgebreide ervaring bij juist dat deel van de krijgsmacht. De beroemde kruiser Hr.Ms. Karel Doorman*) is afgedankt, er is nog een tweede fregat en daarvan zegt Moorman: “Als het bouwen van dat fregat 10 jaar kan worden uitgesteld doordat wij deze kruiser nog verwapenen, waardoor zij nog ongeveer 14 jaar mee kan — de nu verwapenende kruiser zal tot omstreeks 1980 mee kunnen, dus waarom dit schip niet? — dan rijst toch de vraag, of het niet wenselijk is die twee uitgaven- posten eens met elkaar te vergelijken.” Moormans interesse was begrijpelijk, hij was zelf staatssecretaris van Marine geweest, voorheen eveneens marine-officier.
De staatssecretaris begint zijn antwoord op deze vraag de volgende dag als volgt: “Ik ga nu graag in op de vraag van de geachte afgevaardigde de heer Moorman over een mogelijke verwapening van Hr.Ms. “De Ruyter”. Indien men dit schip wilde verwapenen tot een kruiser met geleide projectielen, dan zou dit inhouden dat een “Terrier”-geleide-wapensysteem met bijbehorende geleide projectielen zou moeten worden aangekocht.”
Bij dit debat valt waarschijnlijk voor de laatste maal het werkwoord verwapenen in de Tweede Kamer. De ervaren marine-man Van Es kan dat werkwoord bezigen, want als er iets duidelijk wordt aan de tientallen keren dat verwapenen in de Kamer valt, dan gebeurt het in de overgrote meerderheid van de gevallen in verband met schepen. Dat geldt alleen niet voor iedereen. In hetzelfde begrotingsdebat had dezelfde KVP-woordvoerder hetzelfde woord de dag tevoren nog gebruikt in ander verband: “Wij hebben met veel belangstelling kennis genomen van het feit, dat de Minister tot een verwapening overgaat, waardoor de 105 mm-kanons op de tanks zullen komen…” Dat was gericht tot de partijgenoot-minister en latere minister-president De Jong. Ook die had een militair verleden op zee en ging nog niet zo lang geleden als staatssecretaris in het bijzonder over de marine, ook al een voorganger van Van Es.
Kennelijk gebruikte Moorman verwapenen als alternatief voor bewapenen. Als dat het geval is geworden (twee bijna gelijkluidende werkwoorden die hetzelfde betekenen), dan is het taalkundig bezien weinig economisch om beide te handhaven: verwapenen heeft het loodje gelegd.**) Voor Van Dale was dat geen punt. Ik heb een aantal drukken nagezien en daaruit komt de impressie naar voren dat verwapenen er nooit in opgenomen is geweest.
*) Hr.Ms. was de vaste afkorting voor de naam van een oorlogsschip, ‘Harer Majesteits’. De Ruyter was op 18 november 1953 door Koningin Juliana in gebruik gesteld.

De Ruyter-doop (still)
**) Is op een vergelijkbare manier het bijvoeglijk namwoord zoel misschien inmiddels opgegaan in zwoel? (28.04.2017)
Ik zou verwapenen eerder gebruiken in de zin van “VERvangen of VERnieuwen van BEwapening”. Bij vliegtuigen en helikopters worden ook continu stukken vervangen door nieuwe en/of betere. Het werkwoord VERwapenen heeft dan wél zin. Ik vind dit echt geen overbodig woord en het heeft dan ook niet dezelfde betekenis als BEwapenen.
Nieuw woord voor Van Dale misschien?