Idioot, waanzinnig, krankzinnig en nog zoiets (iii)

Net als bij idioot + bijvoeglijk naamwoord komt de combinatie waanzinnig + bijvoeglijk naamwoord in bijdragen van bepaalde politieke kleur meer voor dan van andere. Vanuit de oppositie is het meer te horen dan vanuit coalitiepartijen, vanaf de flanken meer dan vanaf het midden en sprekers uit de traditionele religies van Nederland zeggen het minder gauw dan anderen. Middenpartijen als VVD en D66 hebben geen moeite met dergelijke taal. Als ik moest kiezen, zou ik binnen het CDA een onderscheid aanbrengen tussen KVP en de andere twee bloedgroepen – katholieken bewegen zich talig gezien vrijer.

Hoe verwant krankzinnig ook mag zijn aan waanzinnig, het komt beduidend minder vaak voor en het is ook later in het Parlement geïntroduceerd. De laatste spreker is in 2016 Harm Beertema (PVV, ook de laatste die waanzinnig tot nu toe gebruikte). De entree kwam vanuit de Communistische Partij van Nederland in 1951, toen Henk Gortzak constateerde “dat de prijzen zo krankzinnig hoog zijn”. In 1957 en in 1959 zei zijn partijgenoot Gerben Wagenaar (net als deze aanvankelijk CPN en daarna onderdeel van de groep-Gortzak): “De winsten, die bekend zijn gemaakt, zijn net zo krankzinnig hoog als in de afgelopen jaren of nog hoger” en “zo een krankzinnig hoge bewapeningsuitgave als wij na de tweede wereldoorlog hebben gekend”.

Hier zien we het bekende patroon waarbij om te beginnen een neutraal, meetbaar woord als hoog zich via een subjectief begrip-met-spierballen laat onderstrepen. Het duurt niet lang of verbindingen met andere adjectieven kunnen ook gelegd worden. In 1964 noemt de PvdA’er Wiebe Wierda “de ontwikkeling en fabricage van de anti-raket-raket, een krankzinnig moeilijk vraagstuk”, in 1970 had Sef Imkamp (D66) het over “de bewapeningsspiraal, die een krankzinnig omhoogstuwend beeld te zien geeft”. Jan Terlouw (D66) verzuchtte in 1975 “laten wij iets doen aan die krankzinnig geringe mobiliteit”. Job Kohnstamm (D66) vraagt in 1988 “waarom het kabinet na ontvangst van het advies van de vertrouwenscommissie zo krankzinnig snel” iets heeft besloten. Maar in heel die periode en evenzeer in de jaren erna, blijft vooral het woord hoog in verbinding met krankzinnig gebruikt worden.

Sommige sprekers hebben er hoorbaar een voorliefde voor. Dat geldt allereerst Onno Ruding (CDA, katholiek), de minister van financiën: “Als we in het jaar voor het einddoel er krankzinnig ver boven zitten” (1987) en “met krankzinnig hoge ramingen komt” (1988). Later doet Atzo Nicolaï (VVD) niet voor hem onder. Sowieso houdt de VVD vanaf Wiegel van hoorbare taal met woorden als waanzinnig en krankzinnig, ook al put niet iedere spreker-partijgenoot daarbij uit hetzelfde hoekje van het lexicon.

Als Adri Duivesteijn (PvdA) het op 1 december 1999 heeft over “een krankzinnig hoge hypotheek” te aanvaarden door zogeheten noodkopers dan is dat een stiekem contrast met wat een VVD’er die op 10 maart van hetzelfde jaar in de Kamer had gezegd “Ik houd het graag zakelijk”, en “Ik ben niet van plan om emotionele krachttermen te gebruiken, zoals enkele collega’s verleden week deden, die mijn voorstellen asociaal en krankzinnig noemden.” Zó sprak VVD-woordvoerder Geert Wilders, later PVV. Die partij scoort in de Tweede Kamer op het punt van emotionele krachttermen naar alle waarschijnlijkheid het hoogst, samen met de SP.

In 2011 zei Dion Graus (PVV) in het debat over ritueel slachten: “Ik word daar helemaal krankjorum van, dus ik stel voor om het nu af te maken”, in 2016 gaf Renske Leijten (SP) haar eindoordeel over het bewind van zes jaar minister Schippers van VWS: “Het is totaal krankjorum.” Krankjorum zal een informele variant van krankzinnig zijn. Het laatste is een woord dat als het ware een bescherming geniet en daarom minder dan idioot en waanzinnig gebruikelijk is als gevolg van de wettelijke status rond het woord krankzinnig ‘geestesziek’. Tot voor een jaar of 20 hadden we een Krankzinnigenwet. (Wordt vervolgd.)

 

 

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.