De Krant Bekeken (1)

Het was met reden dat hier de afgelopen week dagelijks een stukje verscheen over de taal van een krant, in dit geval NRC Handelsblad. Na een serie voorbeelden van opgevallen taal in de weekendkrant van 28/29 juli volgden er stukjes over menig(e), voormalig, regels rond het lidwoord, plaats delict, Brexiteer en tranendallen gebaseerd op wisselende edities van de voorbije week. Dat was een herhaling van iets wat ik in de vroege jaren ’90 een keer in stilte had gedaan: in de middagpauze een exemplaar van het Nieuwsblad van het Noorden kopen (dat was toen nog niet opgegaan in het Dagblad met dezelfde achternaam) en kijken, of en zo ja, hoe snel het lukte om een suggestie te vinden voor een klein taalstukje. In mijn gedachten vulde dat de volgende dag een klein hoekje op bijvoorbeeld de voorpagina. De redactie voelde niet voor zo’n dagelijks columnpje dat ik KVG noemde, Krant Van Gisteren. Misschien bestond er op de redactie vrees voor kritiek op de taal van de krant, misschien was het ook niet zo geslaagd wat ik schreef. Ik weet desondanks wat voor plezier ik er aan beleefde, aan het zoekend lezen en het bedenken plus schrijven van een stukje. Als het begrip blog en het systeem van een weblog in 1991 al had bestaan, zou het net als nu in eigen beheer gepubliceerd hebben kunnen worden.

Wat ik destijds schreef vond ik laatst terug. Na de inleiding via een serie actuele stukjes over taal in NRC Handelsblad in de hete zomer van 2018 volgen op deze plaats een aantal van die probeersels uit een ander seizoen in 1991, simpelweg twee-aan-twee vastgelegd. In 1993 maakte ik nog eens een aantal proeves, een paar daarvan zullen op deze plaats de laatste zomergasten van vroeger zijn. Ik noem ze nu De Krant Bekeken, naar het boek dat Bart Tammeling schreef over (vooral of onder meer) het Nieuwsblad van het Noorden, toen nog gevestigd aan het Gedempte Zuiderdiep.

Als meer mensen met taal in hun mars zich aan zoiets in een gezamenlijk project zouden wagen, zou dat op jaarbasis een aardige oogst aan inzichten moeten kunnen opleveren. Samen ja, want de krant bekijken is een tijdrovende bezigheid.

De Krant Bekeken 02-12-1991 Johan Olaf Koss won vorig jaar alles wat er met schaatsen te winnen was, maar nu wordt zijn positie door jongeren bedreigd. Na de Berlijnse coupe van Zandstra was daar zondag in Heerenveen Ritsma en later ook nog een imponerende Vunderink: jong en oud tegen Koss aan het samenspannen? Ach, het seizoen is koud begonnen…. Na de Berlijnse coupe? De speciale verslaggever zal coup bedoeld hebben, een slag, overval, een staatsgreep. Van Dale zegt erbij dat we het uit het Frans hebben en daarom spreken we coup net zo uit uit als onze vaderlandse koe. Tenminste, dat doen de mensen die Frans gehad hebben. Met een beetje Frans weet je al dat een uitspraak “koep” in het Frans als coupe geschreven moet worden. Zónder streepje, anders is het een zitgedeelte in een trein: coupé. Coup en coupe zijn familie van de woorden coupé, coupure en coupon (ze hebben met afsnijden en slaan te maken), maar alleen de eerste twee worden door elkaar gehaald. Dat heeft te maken met de uitspraak en schrijfwijze van het Frans èn met het eigenaardige verschijnsel dat je zo’n indrukwekkende zaak als een coup in geen geval wilt verbinden met een melkfabriek. En daardoor ontstaat een coup van een fout.

De Krant Bekeken 03-12-1991 Van Dale heeft vrij wat woorden opgenomen die beginnen met stuk-. De kwestie voor de woordenboekmaker is natuurlijk of hij reeksen gevallen moet opnemen van woorden die het veroorzaken van dat kapotte (“stukke” bestaat niet) nader beschrijven: zijn stuk maken twee woorden of is er één woord stukmaken?
Stuk(-)bijten bestaat ook. Je kunt bijvoorbeeld je lippen stuk bijten, zegt Van Dale. De sport-betekenis geeft dit woordenboek er niet bij. Gisteren schreef deze krant dat Karlstad, Veldkamp, Bos en wereldkampioen Koss zich stuk beten op de formidabele eindtijd van Rob Vunderink op de tien kilometer, afgelopen zondag in Heerenveen. De betekenis is dus: ondanks pogingen niet kunnen tippen aan.
Die prestatie van Vunderink kon niet door de NOS getoond worden, want de camera’s waren al opgeruimd, Vunderink reed als een van de laatsten. Dat is tegelijk het merkwaardige aan die zin in het verslag van gisteren: kúnnen Velkamp, Karlstad en die anderen zich stuk bijten op een tijd van Vunderink die deze pas uren later “neerzette”?

Onwaarschijnlijk. Sportverslaggevers zijn verzot op moderne taal. De liefde voor het gebruik van een nieuwere vorm zou het bij de speciale verslaggever wel eens hebben kunnen winnen van de volgorde van de gebeurtenissen. Zó snel reed Vunderink nu ook weer niet….

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in In het nieuws. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.