Heel wat van de doopnamen uit de vorige aflevering (of vergelijkbare, Hubertine, Marina, Eugine, Klasina, Catharina e.d.) leiden tot de roepnaam Nini en daarmee tot een onderwerp waar het hier enkele afleveringen over zal gaan, kindertaal. Kindertaal! Wie ouder is en een poosje de taal van zijn/haar opgroeiende peuter heeft gevolgd, die kan zich voorstellen hoe enthousiast iemand daarover kan zijn. Ik heb een poos de taalontwikkeling van onze twee zoons bijgehouden (bij probéren te houden, het is ontzettend bewerkelijk) en het heeft me veel en blijvend plezier verschaft. In dit kader belangrijker: het leverde me inzichten op waar ik later geregeld m’n voordeel mee heb gedaan, ik hoop ook nu nog.
Ik schreef er in 1987 een artikel over in de Driemaandelijkse Bladen (“Klankregels in de taalontwikkeling van een Gronings kind”, p. 118-132) en in het kader van deze reeks is in elk geval één facet van belang: hoe kinderen op een vroege leeftijd vanzelfsprekend nog onvoldoende bij machte zijn om variërende medeklinkers precies te ‘scoren’ en daarom harmonie aanbrengen, bochten afsnijden of hoe ook te noemen. Ik bedoel heel praktisch “bama” zeggen maar banaan bedoelen, “bimba” zeggen voor Brinta (het graanontbijt), “kongkonge” voor komkommer. Volgens dezelfde regelmaat zijn woordjes als “beepe” genoteerd (beker maar ook beter) en “baape” voor bakker.
In deze gevallen heeft een medeklinker aan de linkerzijde invloed op de plek waar een volgende medeklinker wordt gerealiseerd: medeklinkerharmonie. Dat is maar een stukje van het verhaal, voldoende voor dit moment.
Een extremere mate is identiteit en dat vinden we in heel veel roepnamen. Omdat het een karakteristiek van vroege kindertaal is (en dus een tijdelijk verschijnsel) en omdat kinderen eerst een poos hun eigen naam gebruiken wanneer ze ‘ik’ bedoelen, is het logisch-aandoenlijk dat uit zo’n onjuiste uitspraak een roepnaam kon ontstaan en voortleven. Eén voorbeeld vervangt een lange uiteenzetting: Bep voor Elisabeth. Hier is het de laatste lettergreep van een lange en dus geruime tijd moeilijk realiseerbare naam, Beth, die uitgesproken wordt als “Bep”: de beoogde t-klank past zich aan aan de begin-b en wordt daaraan gelijk. Althans, klínkt op het eind van een woord bij ons als een p. Bep hoeft niet enkel van Elisabeth afgeleid te zijn, er is een reeks aan andere mogelijkheden (zoals Alberta, Barbara, Berber, Berendina, Bernarda om maar vijf vooorbeelden te noemen).
Bep < Beth is een van diverse wegen die laten zien hoe een naam zich aan kan passen door de onjuiste realisering door een kind. Dat kan door Bep zelf gedaan zijn maar ook door een ouder broertje of zusje of door anderen. Neem een andere aanpassing als gevolg van kindertaal, een groepje medeklinkers wordt versimpeld. Ik kende een mevrouw als Griet en opeens werd haar roepnaam gewijzigd in Iet: haar kleine nichtje zei dat zo en dat vond Iet of haar omgeving zo enig dat de naam van Griet (als volwassene) gewijzigd werd in Iet. Griet bevat inderdaad een lastig begincluster #gr en dat is weggelaten. Eigenlijk zeg ik liever: #gr is vervangen door een glottisslag, omdat dit meer in overeenstemming is met de fonetiek. Bovendien maakt dit klikje inzichtelijk waarom ‘Arend of ‘Antonius tot ‘Ak kon leiden of ‘Antje tot ‘Ank. Beide namen hebben immers verderop een keel-medeklinker en de glottisslag is dat ook.

Via de benadering vanuit de kindertaal is er een enorme hoeveelheid kleinere en grotere aanpassingen van een doopnaam tot een in feite vreemde roepnaam begrijpelijker…. voor wie zich een poosje op kindertaal heeft geöriënteerd. (Ik herinner aan Dé voor Frederik, aflevering 6.)
Er zijn vele wegen die hier van een doopnaam naar een roepnaam kunnen leiden en het voordeel van heel wat familieberichten in bijvoorbeeld mensenlinq.nl is dat door de opstellers van de familieberichten zowel de doop- als de roepnaam is genoteerd:
• Attie, Atty, Aty moeten teruggaan op namen als Alida, Agatha, Akke en (erg vaak) Adriana
• Diek is zeker ontstaan uit de doopnaam Hendrika (net als vele malen Dieka/Dika)
• Etie/Etty is af te leiden van Eelkje, Geessien, Evert, Margaretha, Esther, Esderdina
• Iet, It, Ita, Ite, Itie zijn roepnamen gebaseerd op Grietje, Hendrika, Maria
• Miem, Mimi, Mimie, Mimy zijn te verbinden met Maria-achtige namen maar ook met Wilhelmina, Hermina

Met Mimi (hoe ook geschreven) komen we bij een zeer succesvol type roepnamen waarvan het ontstaan vrijwel zeker met kindertaal geassocieerd moet worden. Trouwens, met de Nini van het begin hadden we al een vertegenwoordigster deze groep.
De dochter van mijn vriendin sprak mijn naam uit als “Ri Ra”.
Als enigszins verlate wraak sprak mijn dochter, toen het meisje als tiener bij ons kwam oppassen, haar naam uit als “Asnes”.