Hoe vaak kwam in 2016 het woord gij voor in de Handelingen van de Tweede Kamer? Ik schreef er een bijdrage over in dit blog onder de titel Gij, gij, gij.
Hoe vaak kwam jullie voor op de tweede dag van de Algemene Beschouwingen van 2020? Dit stukje is niet toevallig getiteld Jullie, jullie, jullie. Jullie – het is hier enkele malen opgemerkt – is aan een opmars bezig in de Tweede Kamer. Waar U respect en misschien ontzag uitdrukt (de vervanger geworden van Gij), daar is jullie om te beginnen de amicaal-collegiale aanspreking. Dat is te horen aan degene die jullie aan zo’n duidelijke groeispurt in de plenaire zaal heeft geholpen, Kamervoorzitter Arib. Van eerder en van gisteren:
• Nee, meneer Baudet … Ik ga jullie nu allebei even … Want ik wil eigenlijk …
• (tegen Van Haga) Hebben jullie deze interruptie afgesproken of zo?
• (tegen de premier): u heeft nog een paar onderwerpen. Als die kort zijn, doen we die eerst. (tegen de woordvoerders) Dan kunnen jullie daar misschien vragen over stellen.
Dit is het collegiale jullie.
De tweede jullie-gebruiker gisteren was premier Rutte. Met al zijn ervaring en taalgevoel is het bij hem niet het directe maar het onrechtstreekse gebruik: als Rutte “jullie” zegt is dat (vrijwel) altijd in een citaat, uit de mond van een ander.
• De premier van Nieuw-Zeeland zei tegen mij: wat hebben jullie prachtige tractoren in Nederland. (Gelach, het betrof het boerenprotest op het Malieveld)
• op dit moment is de situatie in Syrië niet zo dat je tegen de Syrische vluchtelingen kunt zeggen: jullie gaan terug, wij verplichten jullie om terug te gaan.
• Dan was er een vraag van de heer Van der Staaij, die eigenlijk een heel andere kant op ging: gaan jullie niet meer ruimte maken voor een eigen, Nederlandse koers?
Dit is het indirecte, geciteerde jullie.

Jullie, jullie, jullie. De derde variant is in al zijn duidelijkheid gebruikt in de tweede termijn van de fractieleider van Forum voor Democratie, de partij met zijn mediterrane taal en beeld in de naamgeving, maar gisteravond ook weer met nadruk in de afsluitende bijdrage van Thierry Baudet (net als Asscher uit het hoofd sprekend). Pompeï haalde hij gisteravond aan, Trojanen, Ptolemaeus in een verdediging van “onze identiteit, onze grenzen, ons volk”.
• een beschaving (…) die de meesten van jullie volkomen vergeten zijn
• Jullie hele vertrekpunt, van links tot VVD en CDA, al die partijen, is postnationaal.
• Jullie denken helemaal niet meer na over Nederland, over het Nederlandse volk, over Nederland met grenzen, met een geschiedenis.
• Dat is wat er gebeurd is in jullie hoofden, en dat is een geloof.
• Maar ik sta hier en het feit is dat ik hier sta en deze woorden spreek en getuige ben van een beschaving die 1.000 jaar oud is en die door jullie allemaal wordt verkwanseld, van links tot rechts, het hele kartel. SP, VVD, jullie kunnen zo van lijsttrekker wisselen.
• Jullie kunnen zo met elkaar regeren. GroenLinks, het CDA. In grote lijnen maakt het niet meer uit.
• Ik ben ervan overtuigd dat het overgrote deel van de bevolking dit niet wil. Het overgrote deel van de bevolkingen in onze oude landen wil dit niet. En ik ben echt ontzettend benieuwd wat er het komende halfjaar gaat gebeuren, maar het zou zomaar eens kunnen — en dat is niet voor het eerst in de geschiedenis — dat jullie versteld zullen staan als jullie over het Place de la Bastille lopen, wat daar dan ineens gebeurd is.
Dit is een ander jullie: het is niet collegiaal gericht tot ambtgenoten of ambtsgenoten, het is allerminst indirect, het wekt allereerst een terechtwijzende impressie. *)
Jullie neemt toe in de Tweede Kamer – in de periode september 2016 tot september 2020 loopt het aantal malen per 100.000 woorden op op deze manier:

Dat lijkt toch op een cultuurverandering, daar aan het Binnenhof.
*) Vergelijk wat Baudet eerder weglopend van het rostrum tegen de collega-fractieleider van GroenLinks zei: “Je moet niet alles geloven wat je op de NPO ziet, Jesse!”
Aanvulling 04.02.2021: Demissionair premier Rutte was goedgemutst in het Coronadebat van vandaag. Hij gebruikte minstens tweemaal jullie in de richting van de Kamerleden om dat vervolgens wel beide keren te corrigeren: “(….) komen we bij jullie, bij u op terug” en “(….) hoor bij jullie, bij de Tweede-Kamerhoorzitting”. Het eerste geval van deze twee is door de desbetreffende stenograaf kennelijk als een zelfcorrectie opgevat, want hier ontbreekt het beginstukje. Amicaliseert de premier in het zicht van de haven?