Accenten gekwalificeerd (5): de praktijk van effe, cluppie en gekkies

Kleine woordjes kunnen markante taalgeografische informatie in zich dragen. Als ik met mezelf instemmend schrijf “Zo is het ja”, is het duidelijk dat ik dat óf onder invloed van het Duits genoteerd heb, of beïnvloed door een streektaal langs de oostelijke staatsgrens. Zou ik het in de plenaire zaal van de Tweede Kamer zeggen, zou de Dienst Verslag en Redactie mij dan stilzwijgend corrigeren tot “Zo is het immers”? Ik denk het, ja.*)

Westelijk Nederlands is het woord effe voor ABN even, door Bruno Bruins gevarieerd tot efkes: zie hier. Haalt effe de Handelingen? Het komt er voor het eerst in voor in het verlengde van de Nederlandse vertaling van My Fair Lady (door Seth Gaaikema, 1960): kijk en luister naar de uitvoering met Johan Kaart op Youtube. Effe staat langs die weg voor het eerst in de Handelingen van de Eerste Kamer op 8 februari 1961. My Fair Lady was ook aan het Binnenhof een succesvolle musical!

Als ’t effe kan: Johan Kaart midden (still van Youtube)

Maar effe heeft zich ook zonder Alfred Doolittle doorgezet, want Onderwijsminister Slob gebruikte het vorig jaar kennelijk tweemaal in één zin zó: “Ik hoop dat hij er in tweede termijn nog effe op terug komt, want dit is wel effe een dingetje natuurlijk.” Arie Slob komt uit de Zuid-Hollandse Biblebelt, Nieuwerkerk aan den IJssel – Westelijk Nederland. Maarten Schakel (ARP/CDA) uit Meerkerk gebruikte dat effe geregeld en werd zo ook sprekend in de verslagen opgenomen. Ja, er is een hele reeks aan West-Nederlandse woordvoerders met effe in de Handelingen vindbaar.

Regionaal Nederlands is dus heel acceptabel in de Handelingen, althans een bepaalde variant. Laten we kijken naar een paar verkleinwoorden op –ie en het meervoud daarvan, –ies. Dat is algemeen gangbaar Hollands-Utrechts, maar het is bijvoorbeeld geen Fries en evenmin Limburgs. Komen woorden als duppie ‘dubbeltje’, prikkie, ‘prikje, kleinigheid’, koppie ‘kopje, hoofd’, cluppie ‘clubje’ desondanks in de officiële kamerverslagen voor? Me dunkt en het zijn niet alleen volkse vertegenwoordiugers, het klinkt ook uit de mond van bewindslieden, Staatssecretaris en later Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart grossierde er bijvoorbeeld in:
• Het is een heel klein cluppie. (2008)
• want ik heb er geen enkele behoefte aan om het hele cluppie weer helemaal om te gooien (2009)
• daarbij moet het koppie gewoon zijn werk doen. (2010)
• Dat doen wij niet altijd met veel liefde, terwijl wij een prachtige publieke omroep hebben waarmee wij echt voor een duppie op de eerste rang zitten. (2011)

Mevrouw Van Bijsterveldt, inmiddels burgemeester van Delft, is Rotterdamse.

Koppie-koppie is voor het eerst in de mond gelegd van Bram van der Lek uit Delft, PSP/GroenLinks 1976. In m’n uppie zei Piet Bukman als eerste in 1993: Bukman komt uit Delft. Tofik Dibi (GroenLinks) gebruikte naar aan te nemen is in 2012 als eerste het meervoudige gekkies, inmiddels een belangrijk begrip aan de rechterzijde van de Tweede Kamer. Hoe zit dat met de herkomsttaal van Dibi, geboren in Vlissingen? Als Wim Mateman (CHU/CDA) in 1995 koppie zegt, weten we: deze variant is inmiddels ABN geworden. Mateman sprak hoorbaar Oost-Nederlands, hij kwam uit Aalten. Randstads klinkt door in dit citaat van Harm Beertema (Zaandam, PVV) die in de Tweede Kamer correct Nederlands bepleitte maar in 2011 kennelijk zei “Het zou echt niet in hun koppies opgekomen zijn om zoiets te doen.” Ruud Lubbers (Rotterdam) in 1992: “Het is een tikkie duur.” Wim Kok zegt in 1996: “Spekkie voor het bekkie” – Kok was afkomstig uit Zuid-Holland en het belandde allemaal in de verslagen van het Nederlandse parlement. Ik heb de indruk dat dit zich zo na 1970 begint te manifesteren – in de tijd als het ware samenvallend met een langzaam vertrekkende Hendrik Koekoek die het aan het Binnenhof tot 1981 vol hield.


De oude Kamer is bijna weg, hoe dialectisch spreken ze er in de periode van 2017-2021?

*) Regio’s kunnen als het ware over de rug van een opvallend talig kenmerk op zich de aandacht proberen te vestigen. Dat kan ook met een raar (ik denk niet met het Gronings sporend) resultaat zoals in de zomer van 2020 met deze poging in Groningen:

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.