Wopke Hoekstra in het Oekraïne-debat: ‘fully international’ in goed Nederlands

Als minister De Jonge (CDA) de plenaire zaal binnenkomt en de voorzitter begroet, gebeurt dat via een nederige buiging op grotere of kleinere afstand. Zijn er daarnaast nog andere smaken behalve dan die joviaal-amicale zwaai van premier Rutte (VVD)? Zekers. Wanneer minister Hoekstra (ook CDA) met zijn aktentasje in de linkerhand de zaal beheerst-rechtop binnenschrijdt, brengt hij zijn rechterhand bij wijze van betrokken eerbied even naar het hart als hij in de richting van de voorzitster kijkt. Ieder zijn stijl en dat geldt voor de taal niet minder. Elk het zijne? Natuurlijk, maar toch is de indruk moeilijk te vermijden dat de ene bewindsman/-vrouwe het model van de ander soms overneemt. Zo is in Hoekstra toch ook een stukje Rutte te zien.

Iemand die op de post Buitenlandse Zaken belandt, zal vooral diplomatieke taal spreken. Diplomatiek kán de minister wel degelijk, zie bijvoorbeeld hoe hij Pepijn van Houwelingen (FvD) kan negeren met simpel te zeggen: “Ik verwijs de heer Van Houwelingen naar mijn vorige antwoord.” Einde van wat de FvD’er te horen krijgt en deze stelt zich daarmee tevreden, haast zich naar zijn blauwe stoeltje. Hetzelfde hoort dit Kamerlid nogmaals (“Ik verwijs toch weer naar het vorige antwoord.”) en dat was het tussen Minister en Kamerlid. Game, set, match Hoekstra.
Maar dat Hoekstra sinds hij BuZa doet zich louter nog diplomatiek uit? Neen. We hoorden hem immers de afgelopen week zeggen over Poetin: “Daar heeft hij de boel natuurlijk volstrekt belazerd.” Dat is al krachtige taal (belazerd) die nog eens onderstreept is (volstrekt).

Zou Hoekstra zijn omvangrijker wordende aandeel Engels van Rutte imiteren of heeft het te maken met de toegenomen hoeveelheid airmiles in zijn nieuwe functie? Ik beperk me tot voorbeelden uit het laatste Oekraïne-debat van 10 maart 2022. Fifteen!
• Ik had het al over accountability.
• dat er een groep is van 35 landen, die heeft gezegd dat ze on the fence blijven en geen kleur bekennen.
• is dat het creëren van een pretext voor mogelijke ellende?
• het exposen, het benoemen en aangeven wat je ervan vindt.
• De heer Sjoerdsma had ook een vraag over het steunen van de civil society en de vrije media in Rusland.
• wat ooit Radio Free Europe was, waarbij gebroadcast werd vanuit West-Duitsland,
• een van de dingen waar ik mij zorgen over maak, is sanctie-leakage, niet zozeer binnen de Europese Unie, maar wel door….
• Nederland zit daarbij echter in de forward linie, in goed Nederlands
• Die projecten staan allemaal on hold.
• Wij zitten eigenlijk steeds wel aan de forward leaning-kant.
• Nederland is de vijfde donor van het zogenaamde Central Emergency Response Fund.
• en heeft ook nog bijgedragen via de Dutch Relief Alliance, de DRA, en het Rode Kruis.
• Dat is overigens iets anders dan fast forward door de Kopenhagencriteria heen gaan.
• Mijn vermoeden is dat de Commissie getaskt wordt om daar varianten voor uit te werken.
• Dan heb ik ook de vraag van de heer Dassen beantwoord over de nauwere verbintenis onder de header van de Europese familie.

Still uit Oekraïne-debat 10.03.2022

Is dat in eh the slipstream van Rutte? Mogelijk. En dat denk ik ook als Hoekstra over Moldavië zegt: “Ik kan me wel voorstellen dat men naar Nederland kijkt en denkt: ich möchte ihre Probleme haben.” Terloops past de minister de Duitse wijze van zeggen aan die ik kende als deine Sorgen möchte ich haben.

Meer dan één lid van het team-Rutte houdt er tegenwoordig van om excuus voor gebezigd of nog te bezigen Engels aan te bieden in de vorm van “in goed Nederlands”. Dat klinkt een beetje corpstalerig en is trouwens al een halve eeuw hoorbaar in de Tweede Kamer: “Omdat good governance, in goed Nederlands, belangrijk is voor de kwaliteit van zorg” (De Jonge); “uitbreiding van de Europese Unie is, in goed Nederlands, een tedious en ingewikkeld proces. (Rutte)”; “De Amerikaanse ambassade is, in goed Nederlands, fully operational (Hoekstra)”.

Ook in dit debat zien we weer hoe de minister dan niet met de vuist op tafel slaat maar wél graag decibels wil laten horen via het gebruik van constructies bestaande uit een versterkend bijwoord X, maar dan ook versterkend bijwoord X:
• Dat hebben we bijvoorbeeld gezien bij het volstrekt, maar dan ook volstrekt misplaatste verwijt dat er genocide zou plaatsvinden in Oost-Oekraïne.
• Ik zou hier echt willen zeggen dat dat totaal, maar dan ook totaal, geen pas geeft.
• Dat is natuurlijk gewoon volstrekt, maar dan ook volstrekt, ongepast.

Maar wat ingehoudener (en tegelijkertijd verdraaid, maar dan ook verdraaid stellig) komt Hoekstra eveneens graag over, bijvoorbeeld als hij naar de Kamer een open deur serveert. Dan formuleert hij een staatsrechtelijk axioma als volgt: “Ik wil één ding voor nu en alle eeuwigheid met de Kamer oplossen. Wat ik persoonlijk ergens van vind, doet er niet toe. Staatsrechtelijk sta ik hier als lid van het kabinet.”
En voorzichtig spotten zien we de minister van Buitenlandse Zaken ook, als en voorzover een minister van Buitenlandse Zaken zoiets vermag:
• Ik zou het zelf ingewikkeld vinden, in ieder geval vanuit mijn ministerie, om daar specifiek op bij te klussen of om ervan te zeggen dat je er wat van af moet halen. Mijn indruk is dat het proces gewoon gedegen z’n loop heeft.
• Dan moet ik even het net ophalen bij de economische driehoek.
• Die heb ik in een apart mapje, in het vierde blok. Maar ik wil het met alle liefde nu uitventen.
• Ik ken de Kamer ook als zodanig dat de Kamerfracties daar dan wat van zullen vinden.

Ingewikkeld: als Hoekstra dat woord gebruikt, betekent het niet zelden ‘onmogelijk maar dát hebt u mij níet horen zeggen’. Gewoon gedegen z’n loop? Lees: dat gaat zoals altijd lang duren en ik heb u impliciet gewaarschuwd! Het net ophalen bij de economische driehoek? Ambtenaren, opletten: praat mij straks even bij voor de tweede termijn.

Bij een toets zou ik graag dit als dubbele vertaalopdracht geven: Wat betekent in wezen “De minister vent uit” en “de Kamerfracties vinden daar dan wat van?” Antwoorden hieronder invullen.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

2 reacties op Wopke Hoekstra in het Oekraïne-debat: ‘fully international’ in goed Nederlands

  1. Rob Delvigne schreef:

    Zou de minister niet ‘bij te plussen’ gezegd hebben en niet: ‘bij te klussen’?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.