
De aanbieding van het 24ste Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2022 (op 15 november 2022) zette voor mij zelf al vóór de Max van der Stoelzaal in met een dommigheid. In het vorige stuk in dit blog (over schrijven via de oren door Pieter van Os) noemde ik Gerrit Voerman, degene die door Van Os was aangehaald. Waar het eergisteren in het gebouw van de Tweede Kamer eventjes serieus werd en nagegaan moest worden of we geen wapens of bommen bij ons droegen, zag ik iemand achter me in de wachtrij in wie ik Gerrit Voerman van het Nederlandse Documentatiecentrum Politieke Partijen herkende. Ik sprak hem enthousiast aan: “Hé Gerrit!”
De man achter me reageerde verbaasd en gevat: “Sorry, ik ben Kees.”
Ik kon me voor m’n hoofd slaan en bood excuus aan: “Ach meneer Vendrik, neem me niet kwalijk.”
Het bleek ongezocht de snelste manier om met een onbekende plezierig contact te leggen – dank meneer Vendrik. (Hij komt op ettelijke plaatsen in dit blog voor, zijn taal moet daarom bovengemiddeld interessant zijn.)
Op een afstandje vergaderde de Tweede Kamer verder toen Vera Bergkamp de voorzittersstoel verliet om samen met haar collega van de Senaat klaar te gaan zitten voor het in ontvangst nemen van de eerste exemplaren van dat Jaarboek 2022. Thom de Graaf (Raad van State maar hier als stichtingsbestuurder) overhandigde deze. Martin Bosma nam intussen in de Kamer de honneurs waar en zei tegen zijn mede-leden: “Ik vervang even mevrouw Bergkamp. Zij heeft een paar kleine, minor dingetjes om te doen, wat ditjes en datjes. Dus dan komen de reservetroepen het veld in. Daarom zit ik hier.” Cabaret op de voorzittersstoel.
Kleine dingetjes om te doen? Het 24ste exemplaar van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis waar in Nijmegen en elders in het land zo lang op gewerkt is! Ineke van Gent kwam ervoor van Schiermonnikoog naar Den Haag (he-le-maal van Schiermonnikoog, dat ligt ergens in de buurt van Stavanger). Loek Hermans vertoonde zich er met zijn partijgenoten Uri Rosenthal, Willibrord van Beek, Ankie Broekers-Knol – dan hebben we al heel wat parlementaire geschiedenis bijeen. Driemaal PvdA daartegenover? Gerdi Verbeet was er, Joop van den Berg (voorheen senator, veertiendaags interessante columns publicerend via parlement.com), Klaas de Vries.
Kees van der Staaij en zijn rechterhand Menno de Bruyne was er; Stephan Schrover kwam het boek ophalen voor Mark Rutte die zelf nog in batikhemd op Bali zat.
De journalisten (Wilma Borgman, Joost Vullings, Xander van der Wulp) laat ik ongenoemd net als het smaldeel aan wetenschappers dat uit Nijmegen aangereisd kwam.
Na de aanbieding sprak prof. Paul Boven d’Eert (onlangs bij Nieuwsuur om kritisch te zijn over de rol van Vera Bergkamp) vertrouwd met Gerdi Verbeet (kortgeleden bij Buitenhof over hetzelfde onderwerp). Oud-Griffier Willem Hendrik de Beaufort was er, hij had vooraf al met mevrouw Verbeet gesproken.
Ik haastte me na afloop naar de uitgang van de Tweede Kamer. In het donker onder een afdak schuilend tegen de regen stonden twee Kamerleden op zachte toon te overleggen. Het waren een fractievoorzitter en een partijgenoot-naaste-collega. Wisten zij al wat ik even later zag op het Teletekst, namelijk dat er een raket was neergekomen in Polen, bij de Oekraïense grens? Wat zouden zij daarvan gevonden hebben?
Het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2022 (fraai uitgegeven door Boom) is een mooie bundel, met als steeds een handig overzicht van het vorige parlementaire jaar, een interessant stuk uit vroegere kabinetsnotulen, meer of minder zeggende In Memoriams en natuurlijk stukken rond de in mei in werking getreden Wet open Openheid, de nieuwe WOB.
Treffend: op de voorzijde staat die beroemde foto van Bart Maat met positie-Omtzigt wanneer Verkenner Ollongren zich besmet met Covid-19 naar huis rept om in quarantaine te gaan. Er staat ook een stukje over taal in het vorige parlementaire jaar in het Jaarboek, – vandaar mijn aanwezigheid.
De NRC haalde de volgende ochtend in de nieuwsbrief De Haagse Stemming Vera Bergkamp wat haastig aan (= verwees naar of refereerde aan) die Claudia de Breij had geciteerd.

P.S. Diezelfde Claudia de Breij kwam dezer dagen in het Noorden in het nieuws met haar vertolking van het bekendste nummer van de Groninger zanger Ede Staal – zo raken twee werelden van mij elkaar even, taal in Den Haag, taal in Groningen.