We kunnen de aangehaalde uitspraken van de laatste drie bewindslieden in de vorige aflevering in twee groepen verdelen. Enerzijds wordt nadrukkelijk gecombineerd met iets taligs (nadrukkelijk vragen, aangeven ‘noemen’, toezeggen), anderzijds gaat het om het onderstrepen van specifieke aandacht van de zijde van de spreker (meenemen, inzetten, bekijken) maar ook assisteren (helpen). Nadrukkelijk vereist minstens een handelingswerkwoord, zo lijkt het – tot nader order.
Het is vroeger de gewoonte geweest om met behulp van nadrukkelijk een context te benutten waarin er sprake was van iets zeggen, beweren of op papier uitdrukken wat door dat toegevoegde bijwoord onderstreept werd: verba dicendi. Nadrukkelijk in de betekenis ‘met nadruk’.
Van Dale – dik of niet – vind ik wat mager in de beschrijving van nadrukkelijk:
“met aandrang geschiedend, met nadruk, met klem
= emfatisch, krachtig, indringend (2)
(…)
•
tegen mijn nadrukkelijk verbod in deed hij het toch
•
dat is nadrukkelijk verboden
•
ik heb hem nadrukkelijk gewaarschuwd”
Hoe kunnen we dat woordje nadrukkelijk parafraseren?
Laten we eens kijken naar wat er door een andere notoire veelgebruiker als minister Weerwind voor Rechtsbescherming gezegd wordt, dan is duidelijk dat dit ‘met nadruk’ van Van Dale vaak géén passende omschrijving is:
“Ik ga uw Kamer daar ook nadrukkelijk in meenemen in de voortgangsrapportage (…)”
“Waar ik heel nadrukkelijk naar kijk, is een stuk onafhankelijkheid (….)”
“Dan neem ik ook nadrukkelijk uw vraag mee en kijk ik (….)”
In deze drie Weerwind-uitingen is eerder de omschrijving passend ‘ik verzeker de Kamer’.

Wie in eigentijdse kranten het woord nadrukkelijk aanstreept, kan niet zelden gevallen tegenkomen waarbij eerder als omschrijving ‘(en dat is een) bewuste keuze’ passend is:
“(….) kiest Mikkers nadrukkelijk voor de volkscultuur.”
“De personages zijn nadrukkelijk van nu.”
“In de talkshow Nadia figureren nadrukkelijk geen BN’ers, maar ‘gewone mensen’.”
Maar zijn en figureren zijn geen handelingswerkwoord!
Al met al, nadrukkelijk kan onder andere dit betekenen:
‘met nadruk’
‘ik verzeker u’
‘en dat is een bewuste keuze’
In de politiek wordt nadrukkelijk overigens zóveel gebruikt, dat het een machteloze impressie wekt en dat het toenemend nodig is om het versterkende woordje zélf nog van een smaakversterker te voorzien om het niet helemaal onder te laten gaan in het geheel van wat er gezegd wordt. In de aangehaalde citaten vinden we diverse malen heel nadrukkelijk en verder echt nadrukkelijk, zeer nadrukkelijk. (CDA-Kamerlid Inge van Dijk vond eerder dit jaar iets heel nadrukkelijk belangrijk en dat is een bijzondere combinatie van woorden.)
Niet alleen van de kant van het kabinet (van de kant, mevrouw Bergkamp) wordt nadrukkelijk frequent gebruikt, ook de Kamerleden kunnen er wat van. Vooral als ze zich aan het schrijven van motieteksten zetten, vloeit het woord uit hun computers. Tja, moties zijn gericht tot het kabinet.
Nadrukkelijk lijkt op uitdrukkelijk, uiterlijk en naar de inhoud, en niet zelden lijkt uitdrukkelijk uitdrukkelijk beter te passen. Maar tegenover de ijzeren frequentie van nadrukkelijk staat over de jaren heen de sterke teruggang van uitdrukkelijk. Tot vandaag is gedurende het kalenderjaar 2023 374x het woord nadrukkelijk in de Handelingen van de Tweede Kamer opgenomen, slechts 35x uitdrukkelijk. Die laatste keren betreft het vaak iets onderstrepends in de vorm van taal (gesproken of genoteerd), uitdrukkelijk als iets in verband met het verwante werkwoord uitdrukken. Nadrukkelijk lijkt oorspronkelijk afgeleid van het werkwoord benadrukken, nadrukkelijk is eigenlijk dus te beschouwen als be-nadrukkelijk.
Is expliciet geen parafrase voor nadrukkelijk in de geschetste context?
Vaak zeker – maar “expliciet kijken naar iets”? sr
na druk kelijk, blijkbaar iets na een moment druk op iets leggen, maar niet echt, want het lijkt erop. je hoort te zeggen: Met nadruk ….
tegen mijn nadrukkelijk verbod in deed hij het toch, betekent dat het correct was wat hij deed. daar het niet met nadruk was verboden, het leek op nadruk.